toets), dat in het LC-display 'REAR' verschijnt;
• druk zo vaak op de 'Zoom'-toets, dat in het LC-display 'OFF' knippert;
• de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. schakelt het LC-dis-
play weer naar de normale weergave terug.
Het symbool 'REAR' voor de synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
wordt niet meer in het LC-display van de flitser getoond. De flitser staat nu
weer in zijn basisstand voor de normale synchronisatie.
4.6.3 Synchronisatie met lange belichtingstijden / SLOW
Sommige camera's bieden in bepaalde functies de mogelijkheid tot flitsopna-
men in combinatie met een lange belichtingstijd. In deze functie hebt u de
mogelijkheid om in schemerlicht of bij avond de achtergrond van de opname
beter in beeld te krijgen. Dit wordt bereikt door belichtingstijden die aange-
past zijn aan de lage omgevingshelderheid. Daarbij worden door de camera
automatisch belichtingstijden gekozen, die langer zijn dan z'n flitssynchroni-
satietijd. Bij sommige camera's wordt de synchronisatie met lange belich-
tingstijden in bepaalde cameraprogramma's (bijv. bij diafragmavoorkeuze
'Av', nachtopnameprogramma enz.) automatisch geactiveerd (zie de ge-
bruiksaanwijzing van uw camera). Op de flitser hoeft u voor deze functie
niets in te stellen en vindt er ook geen aanduiding plaats.
Gebruik bij lange belichtingen een statief om bewegen van de camera
tijdens het opnemen te voorkomen!
4.6.4 FP-synchronisatie bij korte belichtingstijden
Sommige camera's (zie de gebruiksaanwijzing van uw camera) ondersteu-
nen de FP-synchronisatie bij korte belichtingstijden. (FP= Focal Plane, Engels
voor spleetsluiter). In deze functie is het mogelijk, ook bij kortere belichtings-
tijden dan de flitssynchronisatietijd van de camera een flitser te gebruiken.
Deze functie is vooral interessant bij portretopname in een zeer lichte omge-
ving en als door een grote diafragmaopening (bijv. diafragma 2.0) de
scherptediepte moet worden beperkt!
De mogelijkheid van FP-synchronisatie wordt door de letters 'HSS' (HSS =
High Speed Synchronisation, wat betekent: synchronisatie bij korte belich-
ting) in het LC-display van de flitser aangegeven.
HSS kan in de E-TTL functie en in de met de hand in te stellen functie M c.q.
Mlo van de flitser worden geactiveerd. De HSS-functie verlaagt, op grond
van zijn natuurkundige eigenschap, het richtgetal en beperkt daarmee, soms
flink, de reikwijdte van de flitser! Let daarom op de aanduiding van de reik-
wijdte in het LC-display van de flitser, c.q. de gebruiksaanwijzing en de
gegevens van de flitser! De HSS-functie wordt uitgevoerd als op de camera
een kortere belichtingstijd dan de flitssynchronisatietijd van de camera inge-
steld is. Bij sommige camera's wordt in de zoeker een extrasymbool voor de
HSS-functie (bijv. 'H' aangegeven). Details hierover vindt u in de gebruiks-
aanwijzing van de camera.
Zet de HSS-flitssturing alleen bewust in, als u die werkelijk nodig
heeft! Vergeet niet, deze functie na uw opnamen weer uit te schake-
len, omdat u anders onnodig richtgetal en daarmee reikwijdte weg-
geeft!
Om de HSS functie op de flitser te kunnen activeren, moet een volledi-
ge uitwisseling van gegeven tussen camera en flitser hebben plaats-
gevonden. Daarvoor is het noodzakelijk, dat u na het inschakelen van
flitser en camera, de ontspanknop van de camera enkele seconden
lang aanraakt.
Het systeem bepaalt, dat bij de HSS-functie geen voorzetschijven (bijv.
diffusors, bouncers, kleurenfilters e.d.) op de reflector geplaatst mo-
gen worden, omdat er anders foute belichtingen ontstaan!
E-TTL-HSS flitssturing
Het instellen
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in;
• druk zo vaak op de toets 'Mode', dat in het LC-dislay 'E-TTL' en 'HSS'
knippert;
• de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. keert het LC-dis-
play naar de normale weergave terug.
49