Zoomobjectieven met een geringe lichtsterkte kunnen de reikwijdte van de meer-
zone AF-meetflits behoorlijk beperken!
Sommige cameratypes ondersteunen alleen met de centrale AF-sensor van de
camera de AF-meetflits van de flitser. Wordt dan een decentrale sensor geselec-
teerd, dan wordt de AF-meetflits in de flitser niet geactiveerd!
21. Draadloze Remote-flitsfunctie
De draadloze remote-flitsfunctie is compatibel met het Nikon-systeem van
'Advanced Wireless Lighting'. Daarbij worden één of meerdere slaafflitsers
door een masterflitser op de camera op afstand bestuurd.
De slaafflitser(s) wordt (-en) draadloos door de hulpreflector van de masterflitser
draadloos op afstand ontstoken. Het licht van de hulpreflector draagt niet bij
aan de belichting van de opname.
De slaafflitser wordt in een van drie mogelijke groepen (A, B of C) geplaatst.
Daarbij kan elke groep uit een of meer slaafflitsers bestaan. Voor elke groep
kan, per groep gescheiden, op de masterflitser de functie TTL of manual M
worden ingesteld.
Om er voor te zorgen dat meerdere remote-systemen in een zelfde ruimte
elkaar niet storen, staan vier verschillende remote-kanalen ter beschikking.
Master- en slaafflitsers die bij een zelfde remote-systeem horen, moeten op het-
zelfde kanaal worden ingesteld. De slaafflitsers moeten met hun ingebouwde
fotosensor het licht van de masterflitser kunnen ontvangen.
De remote-flitsfunctie ondersteunt ook de synchronisatie bij het dicht-
gaan van de sluiter. De hulpreflector wordt door de remote-functie niet
ondersteund. In de remote-functie vindt in het display van de flitser geen
aanduiding van de reikwijdte plaats.
21.1 Instellen en uitschakelen van de remote-functie
• Druk zo vaak op de toets 'SEL', dat in het display 'Select' aangegeven wordt.
• Stel met de toetsen UP
en DOWN
functie, 'Remote Slave'
voor de slaaffunctie, c.q. 'Remote OFF' voor het
deactiveren van de remote-functie in. De instelling treedt onmiddellijk in wer-
king.
'Remote Master'
voor de master-
• Druk zo vaak op de toets 'Return'
ve terugschakelt. Als u niet op de toets 'Return'
na ong. 5. terug naar de normale weergave.
21.2 Instellingen op de masterflitser
• Roep met de toets 'Para' na elkaar de instellingen voor de masterflitser M en
de slaafgroepen A, B en C op.
• In de tijd dat M, A, B of C wordt aangegeven met de toets 'Mode' telkens de
flitsfunctie (TTL of M) instellen. Als er geen flitsfunctie wordt aangegeven is de
masterflitser, c.q. de groep gedeactiveerd.
Als de masterflitser gedeactiveerd is heeft deze alleen een sturende func-
tie en draagt hij met zijn licht zelf niet bij aan de belichting.
• Met de toetsen (-) en (+) kunnen hierbij in de flitsfunctie TTL correcties op de
flitsbelichting van -3 EV tot +3 EV in stappen van 1/3 stop worden ingesteld.
In de functie M wordt met de toetsen (-) en (+) een deelvermogen ingesteld.
• Aansluitend met de toets 'Para' het remote-kanaal Ch en de zoomstand van
de reflector oproepen en met de toetsen (-) en (+) instellen.
• Met de toets 'Return'
de instelling opslaan. Als u niet op de toets 'Return'
drukt, wordt de instelling na ong. 5 s. automatisch opgeslagen.
Het systeem bepaalt, dat de instellingen voor de slaafgroep C na het
opslaan in het display van de masterflitser niet aangegeven staan en ze
alleen tijdens het instellen zichtbaar zijn.
21.3 Instellingen op de slaafflitser
• Met de toets 'Para' na elkaar de instellingen voor het kiezen van de slaaf-
groep 'Group', het remote-kanaal 'Channel' en de reflectorstand 'Zoom'
selecteren. Het instellen van de gewenste slaafgroep, c.q. het remote-kanaal
en de zoomstand van de reflector vindt daarbij met de toetsen (-) en (+)
plaats.
Le flash esclave doit être positionné sur le même canal de commande à
distance que le flash maître ! Le mode de fonctionnement du flash maître
(commande à distance TTL ou manuelle) ne peut pas être réglé au niveau
du flash esclave car la commande du flash maître est automatique !
, dat in het display de normale weerga-
drukt, schakelt het display
85