Rohde PW 600 Instrucciones De Uso página 101

9.2. Mogelijke storingen
Storing
De kleimassa plakt aan de wals
of de kleiplak heeft een
ongelijkmatig oppervlak.
De kleiplak is niet overal even dik.
Het handwiel kan bij het
uitwalsen moeilijk of niet worden
gedraaid.
Het handwiel kan bij het
uitwalsen moeilijk worden
gedraaid of de slede beweegt
alleen schokkend naar voren.
De stelwielen voor het verstellen
van de walshoogte kunnen maar
moeilijk of helemaal niet worden
gedraaid.
Mogelijke oorzaak
De linnen doek is beschadigd.
Die stelwielen zijn niet gelijk
ingesteld (walshoogte links en
rechts).
De kleiplak is niet voldoende
gewalst.
De plaatwals staat op een ongelijke
ondergrond, waardoor het
werkblad niet vlak is.
De plaatwals staat op een ongelijke
ondergrond, waardoor het
werkblad niet vlak is.
De afstand tussen wals en
werkblad werd te sterk veranderd.
De slede is scheef getrokken.
De plaatwals staat op een ongelijke
ondergrond, waardoor het
werkblad niet vlak is.
Die stelwielen zijn niet gelijk
ingesteld (walshoogte links en
rechts).
99 / 118 - NL -
Storing verhelpen door bediener
Vervang de linnen doek
(zie paragraaf 8.4).
Draai beide stelwielen zo ver terug
tot de walshoogte aan weerszijden
gelijk is (afstand tussen wals en
werkblad wordt groter). Stel de
stelwielen daarna aan weerszijden
gelijk in.
Aanwijzing:
Verander de hoogte van de
stelwielen aan beide zijden verder in
stappen van maximaal 0,4
centimeter, zodat de walsgeleider
niet scheef trekt.
Beweeg de wals meermaals heen en
weer voor een gelijkmatig
walsresultaat.
Zet de plaatwals met behulp van een
waterpas recht of zet het apparaat
op een vlakke ondergrond.
Zet de plaatwals met behulp van een
waterpas recht of zet het apparaat
op een vlakke ondergrond.
Vergroot de walshoogte weer
(afstand tussen wals en werkblad
wordt groter).
Aanwijzing: Reduceer de afstand
tussen wals en werkblad met
maximaal 3 cm per uitwalsstap
Draai het handwiel een stukje terug
en daarna weer naar voren. Herhaal
dit zo nodig meermaals tot het
handwiel weer gemakkelijker kan
worden gedraaid.
Zet de plaatwals met behulp van een
waterpas recht of zet het apparaat
op een vlakke ondergrond.
Draai beide stelwielen zo ver terug
tot de walshoogte aan weerszijden
gelijk is (afstand tussen wals en
werkblad wordt groter). Stel de
stelwielen daarna aan weerszijden
gelijk in.
Aanwijzing:
Verander de hoogte aan weerszijden
verder in stappen van maximaal 0,4
centimeter, zodat er niets scheef
trekt.