Descargar Imprimir esta página

Aritech DD1012 Manual De Instrucciones página 27

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
Beweging van water door plastic buizen in het detectieveld
of direct achter de detector
Bewegende of trillende voorwerpen, zoals ventilatoren,
verwarmingen of air-co's
WAARSCHUWING!
Elk extern circuit dat op de apparatuur wordt
aangesloten, moet zich in hetzelfde gebouw
bevinden en zijn aangesloten op een beschermde
aarde aansluiting.
Draadisolatie van kabels aangesloten op de apparatuur moet
voldoen aan IEC 60332-1-2 en IEC 60332-1-3 of IEC 60332-
2-2, afhankelijk van de doorsnede van de ader, of IEC TS
60695-11-21, ongeacht van dwarsdoorsnede. Als alternatief
moeten dergelijke kabels voldoen aan UL 2556 VW-1.
De voedingsbron van de detector moet met een vermogen
van 15 W worden begrensd.
Wij adviseren om regelmatig een looptest van de detector uit te
voeren en het resultaat op het controlepaneel te verifiëren.
Ga als volgt te werk om de detector te installeren:
1.
Neem het afdekplaatje uit (zie afbeelding 2, item 1 en 2).
2.
Maak de detector voorzichtig open met een
schroevendraaier (zie afbeelding 2, items 2 en 3).
Let op:
Raak de pyro-elektrische sensor niet aan
(afbeelding 6).
3.
Verwijder de schroef uit het deksel (afbeelding 4, item 2).
4.
Monteer de achterkant (DD1012(-D)) tegen de muur
tussen 1,8 m en 2,6 m vanaf de vloer. Monteer de
achterkant (DD1012PI) tegen de muur tussen 2,3 m en
2,6 m vanaf de vloer. Zie"Specificaties" op pagina 29 voor
meer informatie.
Zie afbeelding 4.
- Voor vlakke montage, gebruik ten minste twee
schroeven (DIN 7998) in posities A.
- Gebruik voor hoekmontage schroeven in positie B of C.
- Als u de afneembeveiliging ST400 wilt installeren,
gebruikt u montageposities A. De ST400-montagepositie
wordt weergegeven als item 3 in afbeelding 4. Open de
opening in de achterkant (afbeelding 5, item 2).
5.
Sluit de bedrading van de detector aan (zie afbeeldingen 4
en 13). Gebruik de kabelopeningen (afbeelding 5, item 1)
en kabelgoot (afbeelding 5, item 3) in de achterkant.
6.
Selecteer de gewenste jumper- en DIP-switch instellingen
(zie"De detector instellen" hieronder voor meer informatie.
7.
Verwijder de maskers en voeg de stickers toe, indien
nodig. Zie "Het detectie patroon configureren" op pagina
28 voor meer details.
8.
Gebruik voor plafondmontage de SB01-montagebeugel.
SB01-montageposities worden weergegeven als item 1 in
afbeelding 34
9.
Sluit de voorkant, plaats de schroef in de behuizing en
plaats het afdekplaatje.
P/N 146550999-1-ML • REV Q • ISS 07APR21
All manuals and user guides at all-guides.com
De apparatuur is niet geaard.
Aansluitingen
Zie afbeelding 13.
Tabel 1: Detectoraansluitingen
Aansluiting Label
Verklaring
1, 2
GND,
Voedingsaansluiting (9 t/m 15 V , 12 V
+12V
nominaal)
Alarmrelaisuitgang (33 Ω). Gebruik jumper
3, 4
ALARM
JA om de ingebouwde EOL-weerstand in
serie te plaatsen met het relais. Zie
"Jumpers" hieronder.
Sabotagerelaisuitgang (0 Ω). Gebruik
5, 6
TAMPER
jumper JT om de ingebouwde EOL-
weerstand in serie te plaatsen met de
schakelaar. Zie "Jumpers" hieronder.
7
Looptest
Met deze ingang wordt de LED (looptest
aan/uit) in- en uitgeschakeld. De
looptestmodus kan alleen worden
geactiveerd wanneer de detector zich in de
dagmodus bevindt (pin 8). Actieve hoge of
lage wordt bepaald door SW1-3 (zie "SW1-
3: (Polariteit)" op pagina 28).
8
Dag /
Met deze ingang wordt de detector
nacht
overgeschakeld in dag- (geheugen wordt
opde LED-indicator getoond) of nachtmodus
(alarmgeheugen wordt geactiveerd en
eerder opgeslagen alarmen worden gewist).
Actieve hoge of lage wordt bepaald door
SW1-3 (zie "SW1-3: (Polariteit)" op pagina
28).
Opmerkingen
Ingangen 7 en 8 kunnen alleen worden gebruikt wanneer
SW1-5 is ingesteld op Remote on (Extern aan). Zie "SW1-
5: (Externe functionaliteit)" op pagina 28.
De LED is alleen ingeschakeld wanneer SW1-6 is
ingesteld op LED on (LED aan).
In afbeelding 11 wordt uitgelegd hoe u een enkele ingang met
meerdere weerstanden kunt instellen.
Afbeelding 11
(1) Alarmrelais
(2) Alarmingang centrale
(3) Sabotageswitchuitgang
De detector instellen
Zie afbeelding 14 voor locaties van jumpers en DIP-switches.
Jumpers
Met de jumpers stelt u de ingebouwde EOL-mode en waarde
in. Het circuit wordt weergegeven in afbeelding 11.
JA: Ingebouwde alarm EOL-weerstand (Ra) instellen
1 kΩ
4,7 kΩ
(fabrieksstandaard)
Off (Uit): Geen ingebouwde alarm EOL.
Ra Alarm EOL-weerstand
Rt
Sabotage EOL-weerstand
2,2 kΩ
5,6 kΩ
27 / 42

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Dd1012-dDd1012pi