4
Draai het toestel om en draai de schroef
goed aan zodat de verbindingsbeugel niet
meer kan bewegen.
Opmerking
Zorg ervoor dat u eerst de schroeven aan de bovenkant en
pas daarna de schroef aan de onderkant vastdraait.
De montageposities van het scherm
controleren
Zorg ervoor dat uw vingers niet geklemd raken en
dat u de middenconsole van uw auto niet bekrast
wanneer u het scherm aan het toestel bevestigt.
1
Maak het scherm tijdelijk aan het toestel
vast.
2
Controleer of het scherm uw zicht niet
blokkeert of u hindert tijdens het rijden.
Als de montagepositie (diepte, hoogte, hoek,
breedte) verder moet aangepast worden,
verwijdert u het scherm van het toestel en
brengt u vervolgens de nodige aanpassingen
aan.
Het scherm aan het toestel
bevestigen
Zorg ervoor dat uw vingers niet geklemd raken en
dat u de middenconsole van uw auto niet bekrast
wanneer u het scherm aan het toestel bevestigt.
1
Maak het scherm aan het toestel vast.
Zorg ervoor dat de verbindingsbeugel van het
scherm volledig in het toestel zit.
2
Draai de 4 schroeven (bovenaan) aan om
de verbindingsbeugel vast te maken aan
het toestel.
Draai de schroeven stevig vast.
Let op dat u de schroef niet te hard aandraait om
te vermijden dat deze beschadigd raakt (het
aandraaimoment moet tussen 1,5 N•m en
2,0 N•m liggen).
23
NL