Descargar Imprimir esta página

i.safe MOBILE MVS1A01 Manual De Instrucciones página 137

Publicidad

Sluit de stekker (4) van het elektronische meetapparaat stevig aan op de 16-pens ISM-interfa-
ce (3) op de smartphone (zie de bedieningshandleiding van de IS540.1 smartphone).
GOLFGELEIDERS VOOR KOUDE (< -50°C) OF WARME (> 120°C) OPPERVLAKKEN
Bij het uitvoeren van metingen met de golfgeleider gebruikt u de IS-SU150F1.1 ultrasone
sensor. U kunt de sensor installeren binnen of buiten de ex-zones:
Schroef de golfgeleider (6) los en schuif de sensor (8) in de golfgeleidervergrendeling (7)
met het label in de richting van de veer.
Breng het koppelingsmiddel aan op het meetoppervlak van de sensor.
Schroef de golfgeleider terug op de golfgeleidervergrendeling.
SENSOREN
Voor metingen zonder de golfgeleider, gebruikt u de IS-SU150F2.1 ultrasone sensor of opti-
oneel de IS-SU030F2.1 ultrasone sensor (voor stille omgevingen met kleine lekvolumes).
U kunt deze sensoren aansluiten op de meetelektronica (1) binnen of buiten de ex-zones:
Steek de sensorkabel (5) in de aansluiting met het label „SENSOR".
Sluit het andere uiteinde van de sensorkabel aan op de sensor (8).
Reinig het meetgebied van de sensor met een zachte, pluisvrije, antistatische doek.
Bij gebruik van de IS-SU150F2.1 ultrasone sensor plakt u de koppelingsfolie op het meetop-
pervlak van de sensor.
Bij gebruik van de IS-SU030F2.1 ultrasone sensor brengt u het koppelingsmiddel aan op het
meetoppervlak van de sensor.
MESSUNG
GEVAAR
Bij een onjuiste procedure in explosiegevaarlijke gebieden bestaat er een risico op de dood of
ernstig letsel. Let op het volgende:
Zorg ervoor dat de behuizing niet in het explosiegevaarlijke gebied wordt gebracht.
Zorg ervoor dat de sensoren, de golfgeleider en het golfgeleiderslot zijn geaard door de
gebruiker of een ander accessoire dat is goedgekeurd door i.safe MOBILE GmbH wanneer u
het explosiegevaarlijke gebied betreedt.
Plaats de sensoren en de golfgeleider altijd op een geaard oppervlak.
METING VOORBEREIDEN
Zorg ervoor dat de klep gesloten is.
Indien mogelijk, verwijdert u eventuele isolatie die nog aanwezig is op de klep. Als de isolatie
niet kan worden verwijderd, verschaft u zich toegang tot het meetpunt via een gat in de
isolatie (diameter 10 - 12 mm).
Bepaal de klep-ID (mogelijk label op de klep).
Bepaal het stromende product (mogelijk staat er informatie op de buis).
Controleer of er een drukverschil is bij de klep (mogelijk weergegeven op de drukmeter of via
het procesbeheerssysteem). Voor een juiste meting moet er een drukverschil zijn volgens de
tabel in het gedeelte „Apparaatoverzicht/Functies".
Bepaal de stromingsrichting van het product in de klep (er staat mogelijk een pijl op de buis/klep).
NL
137

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Is-vs1a.1