Overdosering kan overmatige schuimont-
wikkeling veroorzaken en eventueel het
was- en spoelresultaat van uw wasgoed
negatief beYnvloeden. Onderdosering kan
tot kalkafzettingen (op verwarmingsele-
menten, trommel en kuip) en tot een
grauwsluier op het wasgoed leiden. Poe-
dervormige wasmiddelen hebben de nei-
ging in combinatie met wateronthar-
dingsmiddelen te gaan klonteren. Doseer
daarom altijd eerst het wasmiddel en pas
daarna het onthardingsmiddel in het was-
middelenbakje.
Wasmiddelenbakje
Voordat u met wassen begint, vult u met
behulp van het maatbekertje het
betreffende vakje resp. de vakjes met
wasmiddel. Daarvoor trekt u eerst het
wasmiddelenbakje naar u toe ®. Het
bakje heeft drie vakjes:
Vakje I (links)
voor voorwasmiddel
of stijfsel
Vakje 11 (midden) voor hoofdwasmiddel
Vakje III (rechts)
voor wasverzachter
of stijfsel
Poedervormige wasmiddelen
Bij gebruik van poedervormige wasmidde-
len moet de kiep achterin vakje 11 ® zich
in horizontale positie bevinden
(standaard bij levering).
Vloeibare wasmiddelen
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen
moet de kiep in vakje 11 zich in verticale
positie bevinden @.
Hiervoor trekt u het wasmiddelenbakje uit
tot u een weerstand voelt, vervolgens
trekt u het bakje met een ruk helemaal uit
neden duwen en laten inklikken.
schuiven.
Wasverzachter
Wasverzachter volgens de aanwijzingen
van de fabrikant doseren. Dikvloeibare,
geconcentreerde wasverzachter kunt u
het beste eerst met een beetje water ver-
dünnen. Bij het vullen de rode markering
in vakje III niet overschrijden. Na afloop
van het wasprogramma blijft er een kleine
hoeveelheid restwater achter.
Stijfsel
a) Vloeibaar stijfsel:
toepassing als bij wasverzachter
(vakje III)
b) Poedervormig stijfsel:
stijfsel doseren, volgens aanwijzingen
van de fabrikant aanmaken en in vakje I
vullen.
Bediening van uw wasautomaat
Kies het wasprogramma volgens het
prograinma-overzicht (let daarbij op het
wasetiket). Met de keuzeschakelaar het
gewenste wasprogramma en het gewens-
te centrifugetoerental instellen. U kunt
uiteraard ook speciale functies kiezen.
Druk daarna op de start-toets.
40