Solo-bedrijf
Stel het apparaat alleen in de toegestane posities op. Hierdoor is een foutloos bedrijf gewaar-
borgd.
Neem de benodigde afstanden in acht. (→ Afstanden in acht nemen)
Bevestigingsmateriaal gebruiken dat voor de ondergrond geschikt is. De bevestiging moet zo
zijn dat het apparaat goed vast zit. Let op het gewicht. (→ Technische gegevens)
Een trekschuif in de watertoevoer voor de ingang van het apparaat plaatsen wanneer het ap-
paraat onder het waterniveau wordt opgesteld. Bij onderhoudswerkzaamheden kan de water-
toevoer worden afgesloten.
Sluit de ingang aan
Gebruik slangen, die geschikt zijn voor een druk van minstens 1 bar.
Aanbevolen combinaties voor gebruik van de slangtuiten:
Ingang
50 mm (2 inch)
38 mm (1½ inch)
38 mm (1½ inch)
50 mm (2 inch)
Zo gaat u te werk:
1. Het inloopmondstuk in de ingang schuiven.
– Het inloopmondstuk is alleen nodig bij een doorstroomhoeveelheid < 10000 l/h, zodat de
reinigingsrotor storingsvrij kan werken.
2. De slangtule met wartelmoer en afdichting op de ingang schroeven.
3. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de
slangklem.
Uitgang 1
Uitgang 2
(tegenover ingang)
50 mm (2 inch)
afgesloten
38 mm (1½ inch)
afgesloten
38 mm (1½ inch)
38 mm (1½ inch)
38 mm (1½ inch)
38 mm (1½ inch)
Benodigde accessoires
–
–
Voor uitgang 2 een slangtule 38
mm (1½ inch) met wartelmoer 38
mm (1½ inch)
NL
BTN0008
BTN0004
85