NEDERLANDS
33
34
35
3.
Om het zaagblad te vergrendelen,
de vergrendelknop (36) drukken en
hierbij het zaagblad met de andere
hand draaien tot de vergrendelknop
vastklikt.
36
4.
Spanschroef (37) van de zaagbla-
das met steeksleutel losmaken (lin-
ker schroefdraad!).
38
37
39
5.
Buitenflens (38) en zaagblad (39)
van de zaagbladas nemen.
A
Gevaar!
Gebruik
geen
schoonmaak-
middelen (bijvoorbeeld om harsres-
ten te verwijderen) die de lichtmeta-
len delen van het chassis zouden
kunnen beschadigen. De stabiliteit
van de afkortzaag zou erdoor kunnen
worden aangetast.
6.
Reinig de klemvlakken:
− zaagbladas,
− zaagblad,
− buitenste flens,
10
− Binnenflens (40).
7.
Nieuw zaagblad opleggen –
op draairichting letten: van de linker
(geopende) kant uit gezien, moet de
pijl op het zaagblad met de richting
van de wijzers van de klok overeen-
stemmen!
A
Gevaar!
Maak
geschikte zaagbladen, die voor het
maximaal toerental zijn geconstru-
eerd (zie "Technische gegevens") –
bij ongeschikte of beschadigde zaag-
bladen kunnen door de centrifugaal-
kracht delen explosieachtig worden
weggeslingerd.
Het is verboden om:
− zaagbladen uit HSS-staal te mon-
teren,
− beschadigde zaagbladen;
− slijpschijven te monteren.
A
Gevaar!
− Het zaagblad moet gemonteerd
worden met originele fabrieks-
klemflensen.
− Gebruik nooit losse klemringen.
Het zaagblad zou vanzelf los kun-
nen komen.
− De zaagbladen moeten uitgeba-
lanceerd zijn. Ze mogen niet tril-
len, anders kunnen ze tijdens het
werken vanzelf loskomen.
8.
Buitenflens open schuiven –
Op draairichting letten: de schuine
kant moet naar buiten wijzen!
9.
Spanschroef opschroeven (linker
schroefdraad!) en handvast aan-
trekken.
Om het zaagblad te vergrendelen,
de vergrendelingsknop indrukken en
hierbij het zaagblad met de andere
hand draaien tot de vergrendelings-
knop vastklikt.
A
Gevaar!
− U mag de steel van de sleutel niet
verlengen om het zaagblad stevi-
ger vast te kunnen zetten.
40
− Trek de klemschroef niet aan met
slagen op de montagesleutel.
10. Zaagbladafdekking over de vrijlig-
gende kant van het zaagblad voe-
ren.
11. Montageplaat van de zaagbladaf-
dekking zo uitrichten, dat de rechter
schroef (43) kan worden ingedraaid.
slechts
gebruik
van
41
42
43
12. Rechter schroef
(43) en linker
schroef (41) vasttrekken.
13. Middelste schroef met huls (42)
inzetten en aantrekken.
14. Controleer de goede werking. Hier-
voor veiligheidsvergrendeling naar
opzij zwenken en de kapzaag naar
beneden klappen:
− de beweeglijke zaagbladafdek-
king moet het zaagblad bij het
omlaag zwenken vrijgeven, zon-
der andere onderdelen te raken.
− Bij het omhoog klappen van de
zaag in de uitgangspositie moet
de zaagbladafdekking automa-
tisch het zaagblad afdekken.
− Zaagblad van hand draaien. Het
zaagblad moet zich in iedere
mogelijke verstelpositie kunnen
draaien, zonder andere delen te
raken.
9.2
Tafelinlegprofiel wisselen
A
Gevaar!
Als het inlegprofiel beschadigd
is, bestaat het risico dat kleine voor-
werpen tussen het inlegprofiel en het
zaagblad geklemd raken en het zaag-
blad blokkeren. Beschadigde inleg-
profielen moeten onmiddellijk vervan-
gen worden!
1.
Inbusbouten (44) losmaken.
44
45
2.
Werkstukaanslag (45) verwijderen.
3.
Schroef aan tafelinlegstuk losmaken.