3.1 Inschakeling
- Controleer of de kranen van de brander gesloten zijn (8 en 9).
- Open de Mignon O
-reductor (5) en de Mignon/gaskraan (6a en
2
6b).
- Open de draaiknop om het gas te regelen, die zich op de bran-
der bevindt (9).
- Steek de vlam aan met behulp van de speciale aansteker (14),
let op dat de vlam aan de lasstraalpijp vast blijft. Wanneer de
vlam van de naald dreigt los te komen, moet u de kraan een
beetje dichtdraaien.
- Open de draaiknop om de zuurstof te regelen (8) om een fonke-
lende vlam te verkrijgen.
- Regel de vlam door aan de regeldraaiknoppen te dragen om
een vlamkegel te bekomen waarvan de vorm en afmetingen
overeenkomen met die in afb. 2.
3.2 Uitschakeling
- Sluit eerst de reductor/kraan van het gaspatroon (6a en 6b).
- Sluit de zuurstofreductor (5).
- Laat de vlam uitgaan tot de koppelingsleidingen leeg zijn.
- Sluit de draaiknoppen van de brander (8 en 9).
LET OP
• Bij flessen en patroon verticaal gebruiken omdat de vloeiba-
re fase van het gas de leiding kan beschadigen.
• Niet in nauwe ruimtes werken.
• Gebruik TURBO SET in een goed geventileerde ruimte, buiten
het bereik van personen, kinderen, dieren en ontvlambare of
vette materialen of stoffen. Brandgevaar!
• Het is absoluut verboden om componenten van de kit in te
vetten.
• Laat de ontstoken TURBO SET nooit onbewaakt achter.
• De brander niet neerleggen wanneer die aan is.
• De laswerkzaamheden moeten op een onbrandbaar steun-
vlak worden uitgevoerd.
• Draag een veiligheidsbril (18) en beschermende handschoe-
nen tijdens de laswerkzaamheden.
• Gebruik geen vet of olie op onderdelen die met de zuurstof in
contact komen.
• Draag kledij die geschikt is voor het uitvoeren van dit soort
werkzaamheden; draag geen kledij die met vet is besmeurd.
• Aandacht! De rook tijdens de laswerkzaamheden niet inade-
men
• Vervang de aangesloten leidingen (11a en 11b) onmiddellijk
in geval van wrijfsporen, aftakeling of andere defecten.
• Vermijd torsies, rukken en oververhitting van de leidingen
(11a en 11b).
• Tijdens het gebruik kunnen de onderdelen van de TURBO SET
erg warm worden: raak ze niet aan.
• Na het uitschakelen de leidingen laten leeglopen en laten
afkoelen, voordat ze worden terug gebracht naar een veilige
plaats en buiten het bereik van kinderen.
• Het is gevaarlijk om beschadigde of slecht werkende toestel-
len te gebruiken.
• Wanneer er problemen zijn met de afgifte van het gas, moet
u controleren of de flessen en patronen (1 en 2) gevuld zijn.
Indien er nog gas is, kan het probleem worden opgelost door
de lasnaald te reinigen (zie 5.4).
• Het is CATEGORISCH VERBODEN om een ingreep uit te voe-
ren, anders dan in deze handleiding staat aangegeven.
4. OPSLAG
- Draai de gasflessen en de patronen van de zuurstof reductor en
de gasfles los als u de TURBO SET een lange tijd niet zult ge-
bruiken of als u hem met een vervoermiddel moet vervoeren.
Vermijd de kans op kleine en bijna onzichtbare lekkages. De
GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUD
gasflessen en patronen zijn voorzien van kleppen met een ge-
garandeerde afdichting.
- Berg de TURBO SET op in een beschermende doos (indien mo-
gelijk in de meegeleverde doos) en bewaar die op een koele,
droge, goed geventileerde plaats.
LET OP
Bij de TURBO SET met gemonteerde flessen en patronen:
- De opslag en het transport uitvoeren met de flessen en pa-
tronen verticaal opgesteld, NOOIT horizontaal neerleggen.
- Beschermen tegen zonlicht en weersinvloeden.
- Niet blootstellen aan temperaturen van meer dan 50°C.
- Buiten bereik van kinderen houden.
5. ONDERHOUD
- Men beveelt aan om geen reparatie en/ of onderhoud werk-
zaamheden uit te proberen die niet in deze handleiding staat
aangegeven.
- Om alleen de originele reserve-onderdelen en toebehoren
OXYTURBO te gebruiken.
- In geval er een defekt opdoet die niet volgens deze instrukties
gerepareerd kan worden, de drukregelaar terugbrengen aan de
wederverkoper.
- Wanneer er zich een defect voordoet dat niet volgende deze
instructies gerepareerd kan worden, moet u de TURBO SET naar
de verkoper terugbrengen.
5.1 Gaslekken
In geval er gas uit uw toestel lekt (gasgeur), moet u die onmiddel-
lijk in openlucht brengen, op een goed verluchte plaats, ver van
ontbrandbare bronnen, waar de controle van de dichting wordt
uitgevoerd (zie 5.2).
5.2 Controle van de dichting
- Maak nooit gebruik van vlammen om in de buitenlucht de af-
dichting van TURBO SET te controleren. Gebruik echter speciale
gaslekzoekers (Gascontrol art. 405000.EX) of zeepwater.
- Spuit het detectieproduct op de te controleren zone.
- De detectie van gaslekken wordt duidelijk door de vorming van
luchtbelletjes of schuim.
5.3 Vervanging van de pakking
- Verwijder de versleten pakking uit zijn zitting (10).
- Breng de nieuwe pakking (19) in de zitting aan door met een
platte schroevendraaier op de randen te duwen. Zorg ervoor
dat u de pakking niet beschadigt.
5.4 Vervanging en reiniging van de lasnaald
- Schroef de lasnaald (12) los met behulp van de voorziene sleutel
(15).
- Reinig de lasnaald door het gat met perslucht uit te blazen.
- Schroef de lasnaald van de gekozen maat (16) aan op de lans (13).
- Controleer de dichting (zie 5.2)
LET OP
• Voer deze handeling uit wanneer de brander koud is.
• Gebruik geen dunne naald of speld om de lasnaald te reini-
gen, dit kan de lasnaald beschadigen en het gebruik van de
TURBO SET gevaarlijk maken.
• Wanneer de verstopping niet kan worden verwijderd, moet u
de lasnaald vervangen.
6.INSTRUCTIES VOOR AFVALVERWERKING
Voer de regelaar af volgens de nationale geldende regelgeving.
7. GARANTIE
- Op het pet product zit een garantie voor 3 jaar vanaf de datum
van aankoop.
- De garantie vervalt in geval van knoeien of reparaties zonder toe-
stemming van de dealer.
NL
23