Tuin met een afgescheiden maaigebied
Een grote tuin langs twee kanten van het huis en een klein, afgescheiden gazon naast een border of moestuin.
► Fig.51: 1. Hoofdgebied 2. Subgebied 3. Laadstation 4. Begrenzingsdraad 5. Begeleidingsdraad
Praktische informatie
Maaigebied
Werkdagen en -tijden per week
Manier van wegrijden uit het laadstation [uitvoe-
ringsprioriteit (%)]
Noodzaak om subgebieden in te stellen
Tips voor montage en instellingen
Gazon op een kleine helling
Een gazon in een glooiend landschap van een park, op een golfbaan en soortgelijke situaties. Het gras groeit op verschillende hoogten en
zon-schaduwlocaties op één of meer lichte en steile hellingen met zand- en waterpartijen.
► Fig.52: 1. Laadstation 2. Begrenzingsdraad 3. Begeleidingsdraad
Praktische informatie
Maaigebied
Werkdagen en -tijden per week
Manier van wegrijden uit het laadstation [uitvoe-
ringsprioriteit (%)]
Noodzaak om subgebieden in te stellen
Tips voor montage en instellingen
Goed ontworpen tuin met enkele moeilijk bereikbare plaatsen om te maaien
Een volledig omheinde, omvangrijke tuin bij een groot huis met waterpartijen en een grote verscheidenheid aan planten en tuinelementen. Een
goed ontworpen landschap helpt om de tuin mooi te houden, maar creëert geïsoleerde delen voor gazononderhoud.
► Fig.53: 1. Laadstation 2. Begrenzingsdraad 3. Begeleidingsdraad
Praktische informatie
Maaigebied
Werkdagen en -tijden per week
Manier van wegrijden uit het laadstation [uitvoe-
ringsprioriteit (%)]
Noodzaak om subgebieden in te stellen
Tips voor montage en instellingen
2
Hoofdgebied
1.000 m
2
Subgebied
400 m
Hoofdgebied
14 uur op 5 dagen per week
Subgebied
12 uur op 2 dagen per week
Hoofdgebied
Start direct met maaien vanuit het laadstation op [70%]. Raadpleeg het startpunt van de
robotmaaier "A" in de afbeelding.
Rijd weg in de richting van het verre uiteinde van het hoofdgebied en start met maaien bij
het koppelstuk aan het uiteinde van de begeleidingsdraad op [30%]. Raadpleeg het start-
punt van de robotmaaier "B" in de afbeelding.
Subgebied
Verplaats de robotmaaier van tevoren met de hand van het hoofdgebied naar het sub-
gebied. Start vervolgens handmatig het maaien. Raadpleeg voor verdere informatie de
instructies onder "Maaien zonder automatisch opladen" in de gebruiksaanwijzing.
Ja
Plaats het laadstation in het midden van de voorste begrenzing van het hoofdgebied.
Monteer een begeleidingsdraad over de middenlijn die het hoofdgebied opdeelt in twee
gelijke linker en rechter delen.
2
2.500 m
24 uur op 7 dagen per week
Start direct met maaien vanuit het laadstation op [40%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "A" in de
afbeelding.
Rijd weg in de richting van een uiteinde van een vlak grasoppervlak op de heuvel en start met maaien bij het kop-
pelstuk aan het uiteinde van de begeleidingsdraad op [30%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "B" in de
afbeelding.
Rijd weg in de richting van het verre uiteinde van een licht aflopend grasoppervlak en start met maaien bij het kop-
pelstuk aan het uiteinde van de begeleidingsdraad op [30%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "C" in de
afbeelding.
Nee
Plaats het laadstation aan één uiteinde van de middenlijn die het vlakke gazon op de heuvel opdeelt in twee gelijke
linker en rechter delen.
Monteer twee begeleidingsdraden over de middenlijn die het maaigebied opdeelt in twee gelijke voorste en achter-
ste delen. Eén in de richting van het voorste uiteinde van een vlak grasoppervlak op de heuvel, en één in de richting
van het achterste uiteinde van een licht aflopend grasoppervlak.
Verzeker u ervan een begrenzingsdraad te monteren rond oppervlakken die bijna vlak of zo min mogelijk hellend zijn.
Monteer een begeleidingsdraad diagonaal over de helling aangezien dit voor de robotmaaier gemakkelijker is om de
helling te beklimmen.
2
2.500 m
24 uur op 7 dagen per week
Start direct met maaien vanuit het laadstation op [30%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "A" in de
afbeelding.
Rijd weg in de richting van het dichtstbijgelegen uiteinde van het maaigebied en start met maaien enkele stappen
vóór het koppelstuk aan het uiteinde van de begeleidingsdraad op [20%]. Raadpleeg het startpunt van de robot-
maaier "B" in de afbeelding.
Rijd weg in de richting van de verste hoek van het maaigebied en start met maaien ongeveer halverwege de lengte
van de begeleidingsdraad op [30%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "C" in de afbeelding.
Rijd weg in de richting van het verste hoek van het maaigebied en start met maaien enkele stappen vóór het kop-
pelstuk aan het uiteinde van de begeleidingsdraad op [20%]. Raadpleeg het startpunt van de robotmaaier "D" in de
afbeelding.
Nee
Plaats het laadstation in de achtertuin om het aanzicht te beschermen en eenvoudige toegang tot een stopcontact.
Monteer twee begeleidingsdraden om de robotmaaier te begeleiden naar de twee minst toegankelijke delen van de
tuin. Eén in de richting van de achterkant van de tuin tussen twee tuinelementen door, en de andere in de richting
van de verste hoek van de tuin tussen de parkeerplaatsen en de planten door.
Verzeker u ervan dat de begeleidingsdraden enige afstand houden tot de begrenzingsdraad om te voorkomen dat
de navigatie van de robotmaaier wordt beïnvloed.
84
NEDERLANDS