60 | Nederlands
– Center-functies (CF/CL) (LR 65 G): er kan worden ge-
kozen uit de modus CenterFind (CF) en de modus
CenterLock (CL). De actuele modus verschijnt in de
tekstaanduiding (e).
Behalve de instelling van de displayverlichting worden alle
instellingen bij het uitschakelen van de laserontvanger opge-
slagen.
Functies
Modus CenterFind (zie afbeelding C)
In de modus CenterFind probeert de rotatielaser automa-
tisch, door een op- en neerwaartse beweging van de rotatie-
kop de laserstraal op de middenlijn van de laserontvanger uit
de lijnen.
De laserstraal kan bij een horizontale positie van de rotatie-
laser met betrekking tot de X‑as van de rotatielaser, op de
Y‑as of op beide assen tegelijkertijd worden uitgelijnd (zie
„Hellingbepaling met modus CenterFind (zie afbeelding D)",
Pagina 60). Bij een verticale positie van de rotatielaser is
alleen een uitlijning op de Y‑as mogelijk.
Modus CenterFind starten:
Plaats de rotatielaser en laserontvanger zodanig dat de la-
serontvanger zich in richting van de X‑as of de Y‑as van de
rotatielaser bevindt. Lijn de laserontvanger zodanig uit dat
de gewenste as in een rechte hoek t.o.v. het
ontvangstveld (1) staat.
Moet de laserstraal op beide assen worden uitgelijnd, plaats
dan telkens een met de rotatielaser verbonden laserontvan-
ger in richting van de X‑ en Y‑as. Elke laserontvanger moet
zich binnen het draaibereik van ±8,5 % van de rotatielaser
bevinden.
Schakel de rotatielaser in de rotatiemodus in.
LR 65 G: In het instellingsmenu moet de Center-functie op
modus CenterFind (CF) gezet zijn. Bij uitlijning op twee as-
sen van de rotatielaser geldt dat voor beide laserontvangers.
Voor het starten van de modus CenterFind voor de X‑as
drukt u ofwel lang op de toets modus CenterFind (17) of
drukt u lang op de toets modus CenterFind (17) samen met
de toets X‑as (16).
Voor het starten van de modus CenterFind voor de Y-as
drukt u lang op de toets modus CenterFind (17) samen met
de toets Y‑as (15).
1 609 92A 7M6 | (12.05.2022)
Moet de laserstraal tegelijkertijd op beide assen worden uit-
gelijnd, dan moet de modus CenterFind op elke laseront-
vanger apart worden gestart.
Na het starten van de modus CenterFind beweegt de rota-
tiekop op de rotatielaser op en neer. Tijdens het zoeken ver-
schijnt in de tekstaanduiding (e) CFX (X‑as) of CFY (Y‑as).
Als de laserstraal het ontvangstveld (1) ter hoogte van de
middenlijn van de laserontvanger raakt, dan verschijnt de
aanduiding middenlijn (h) evenals in de tekstaanduiding (e)
XOK (X‑as) of YOK (Y‑as). Op de rotatielaser wordt de waar-
de van de gevonden helling weergegeven. De modus
CenterFind wordt automatisch afgesloten.
Modus CenterFind annuleren:
Om de modus CenterFind te annuleren drukt u op de toets
modus CenterFind (17) en houdt deze ingedrukt.
Verhelpen van fouten:
Kon de laserstraal de middenlijn van de laserontvanger bin-
nen het draaibereik niet vinden, dan verschijnt in de
tekstaanduiding (e) ERR en alle LED-richtingaanduidingen
branden. Druk op een willekeurige toets op de rotatielaser
en een op de laserontvanger om de foutmeldingen te sluiten.
Plaats de rotatielaser en laserontvanger opnieuw, zodat de
laserontvanger zich binnen het draaibereik van ±8,5 % van
de rotatielaser bevindt. Let erop dat de laserontvanger t.o.v.
de X‑as of de Y‑as is uitgelijnd, zodat de laserstraal horizon-
taal door het ontvangstveld (1) kan lopen. Start dan de mo-
dus CenterFind opnieuw.
LR 65 G: Als beide assen van de rotatielaser op een laseront-
vanger moeten worden uitgelijnd, dan moet op beide laser-
ontvangers dezelfde Center-functie zijn ingesteld. Een com-
binatie van modus CenterFind en modus CenterLock is niet
mogelijk.
Als op een as al de modus CenterLock ingesteld is en wordt
op de andere as de modus CenterFind gestart, dan ver-
schijnt in de tekstaanduiding (e) afwisselend ERR en CL.
Stel op beide laserontvangers de modus CenterFind in en
start de functie opnieuw.
Hellingbepaling met modus CenterFind (zie
afbeelding D)
Met behulp van de modus CenterFind kan de helling van een
vlak tot max. 8,5 % worden gemeten. Plaats hiervoor de ro-
tatielaser aan een uiteinde van het hellende vlak in horizon-
tale positie op een statief. De X‑ of Y‑as van de rotatielaser
moet in één lijn met de te bepalen helling zijn uitgelijnd.
Schakel de rotatielaser in en laat deze nivelleren.
Bevestig de laserontvanger met de houder op een
meetlat (25). Plaats de meetlat dichtbij het meetgereed-
schap (aan hetzelfde uiteinde van het hellende vlak). Lijn de
laserontvanger op de meetlat in hoogte zodanig uit dat de la-
serstraal van de rotatielaser als "in het midden" wordt weer-
gegeven ➊.
Plaats vervolgens de meetlat met de laserontvanger aan het
andere einde van het hellende vlak ➋. Let erop dat de posi-
tie van de laserontvanger op de meetlat onveranderd blijft.
Bosch Power Tools