12.1 Aanbouwapparaten aan het voertuig
koppelen
LET OP
Reinig de stekker en koppeling voor gebruik met een pluis-
vrije doek.
Koppelingsstekker
1
Koppelingsmof
2
Ring
3
1. Ring van de koppelingsmof naar beneden trekken en
vasthouden.
2. Koppelingsstekker van de hydraulische slang van het
aanbouwapparaat in de koppelingsmof drukken.
3. Ring van de koppel loslaten. Op veilig vastklikken con-
troleren.
4. Om te ontkoppelen de ring naar beneden trekken, vast-
houden en de hydraulische slang eruit trekken.
12.2 Aanhangerkoppeling
Instructie
Voor toegestane kogelbelasting en aanhangergewicht zie
hoofdstuk .
12.3 Het voertuig ballasten
Instructie
De vooras van het voertuig moet altijd worden belast met
ten minste 30%, de achteras altijd met ten minste 30% van
het leeggewicht van het voertuig.
Controleer voor de aanschaf van het hulpstuk of aan deze
eisen is voldaan door de combinatie voertuig-werktuig te
wegen.
Voor de bepaling van het totale gewicht, de aslasten en de
bandlastcapaciteit en de vereiste minimale ballast zijn de
volgende gegevens vereist:
Alle gewichten in kg (eventueel het voertuig wegen)
Alle afmetingen in meter (m)
TL
(kg) = Leeggewicht van het voertuig
TV (kg) = Voorasbelasting van het lege voertuig *
TH (kg) = Achterasbelasting van het lege voer-
tuig
GH (kg) = Totaal gewicht achterballast
GV (kg) = Totaal gewicht frontbevestiging / voor-
ballast
a
(m) = Afstand tussen zwaartepunt voorste
bevestiging (voorballast) en midden
vooras, max. = 0,86 m
b
(m) = Wielbasis van het voertuig
c
(m) = Afstand tussen het midden van de ach-
teras en het zwaartepunt van de ach-
terballast
* zie hoofdstuk "Technische gegevens"
** zie gebruiksaanwijzing van het hulpstukbijlage
*** afmeten
12.3.1Berekening van de minimale ballast van de
achterkant voor front-aanbouwapparaten
Waarde 'x' zie informatie van de fabrikant, indien niet ge-
specificeerd, x = 0,45.
1. Voer het resultaat in de tabel in.
12.3.2Berekening van de daadwerkelijke
voorasbelasting
1. Wordt met het frontaanbouwapparaat (GV) de vereiste
minimum frontballast (GV min) niet bereikt, moet het ge-
wicht van het frontaanbouwapparaat tot het gewicht van
de minimum frontballast worden verhoogd.
2. De feitelijk berekende voorasbelasting en de toegesta-
ne voorasbelasting zoals aangegeven in de bedienings-
instructies van het voertuig in de tabel invoeren.
12.3.3Berekening van het werkelijke totale gewicht
1. Wordt met het achteraanbouwapparaat (GH) de vereis-
te minimumballast achteraan (GH min) niet bereikt,
moet het gewicht van het achteraanbouwapparaat tot
het gewicht van de minimumballast achteraan worden
verhoogd.
12.3.4Berekening van de daadwerkelijke
achterasbelasting
1. Resultaat in de tabel noteren.
Nederlands
*
*
**
**
**
***
*
***
***
127