A
B
Afbeelding 2:
A – Greep
B – Zeskantmoer (2)
C – Stekker
D – Borgring (2)
E – Schroef (2)
Installatie
1. Inspecteer
het
connectordraadboom geïnstalleerd moet worden. Kies
een vlak, niet-buigzaam, structureel stabiel oppervlak
zoals de bovenkant van de voorbumper voor installatie
van de stekker zodat deze bereikbaar is zonder dat de
motorkap geopend hoeft te worden. Controleer of de
kabels naar de accupolen toe kunnen worden geleid
zonder dat eraan wordt getrokken en zonder dat ze
knikken, en buiten bereik van obstakels en bewegende
onderdelen (zoals ventilatorbladen of aandrijfriemen)
en hittebronnen (zoals uitlaatspruitstukken). Zorg
tenslotte dat de onderkant van het montageoppervlak
toegankelijk is zodat al het voor installatie van de
stekker vereiste bevestigingsmateriaal geïnstalleerd
kan worden.
Draag een beschermbril als u een pons of
boormachine gebruikt.
2. Plaats de montageplaat op het gekozen oppervlak en
markeer het middelpunt van de twee gaten in de plaat.
Maak met een centerpons een gat in het gemarkeerde
middelpunt van de gaten en boor twee gaten van 9/32
inch (7,1 mm). Installeer de montageplaat, de
connectordraadboom, de twee borgringen, de twee
schroeven en de twee zeskantmoeren.
BC25500PA -Z Rev. B
E
D
C
voertuig
waarop
D
C
B
A
A – Zeskantmoer
B – Montageoppervlak
C – Montageplaat
D – Connectordraadboom
E – Schroef (2)
F – Borgring
de
Installeer de kabels en let daarbij op de juiste
polariteit. Anders kunt u letsel oplopen of kan het
voertuig beschadigd raken.
3. Verwijder de klem voor de minkabel (zwart, of '−') van
de accupool. Verwijder de zes- of vierkantmoer van de
klemschroef van de klem voor de pluskabel (rood of
'−'). Plaats de ringklem van de pluskabel van de
connectordraadboom over de klemschroef en zet hem
met de moer vast. Installeer de minkabel van de accu
op de minpool van de accu. Verwijder de zes- of
vierkantschroef van de klemschroef voor de minkabel.
Installeer de minpool van de connectordraadboom op
de klemschroef en zet hem met een moer vast.
8
Afbeelding 3:
E
F
(01/17)