Storing
Koffie druppelt slechts uit
de uitloop.
Koffie loopt niet door.
Hoewel het bonenreservoir
gevuld is, geeft het appa-
raat aan dat er koffiebonen
bijgevuld moeten worden.
Lawaai uit het maalwerk.
Zetgroep kan na verwij-
dering niet terug worden
geplaatst.
Snel afwisselend knipperen
van de weergaven:
Snel afwisselend knipperen
van de weergaven:
Branden van de weergave
zonder dat deze geacti-
veerd is.
Oorzaak
Maalgraad is te fijn.
Apparaat is verontreinigd.
Apparaat is verkalkt.
Watertank is niet gevuld of
niet juist geplaatst.
Zetgroep is verstopt.
Koffiebonen vallen niet in
het maalwerk.
Vreemd voorwerp in het
maalwerk.
Greep voor de vergrende-
ling van de zetgroep niet op
de juiste positie.
Aandrijving niet op de juiste
positie.
Softwarestoring
Zetgroep is niet geplaatst.
Apparaat is niet volledig
ontlucht.
Maatregel
Maalgraad grover instellen (zie
hoofdstuk 6.8 op pagina 94).
Zetgroep reinigen (zie hoofdstuk 7.2
op pagina 95).
Reinigingsprogramma uitvoeren (zie
hoofdstuk 7.3 op pagina 96).
Ontkalkingsprogramma uitvoeren
(zie hoofdstuk 7.4 op pagina 97).
Watertank vullen en correcte plaat-
sing controleren (zie hoofdstuk 4.3 op
pagina 87).
Zetgroep reinigen (zie hoofdstuk 7.2
op pagina 95).
Op een bereidingstoets drukken.
Lichtjes tegen het bonenreservoir
kloppen.
Bonenreservoir reinigen.
Koffiebonen hebben een te hoog
oliegehalte. Andere koffiebonen
gebruiken.
Contact opnemen met de hotline.
Controleren of de greep voor de ver-
grendeling van de zetgroep correct
vergrendeld is (zie hoofdstuk 7.2 op
pagina 95).
Druk langer dan 2 seconden gelijktij-
dig op de bereidingstoets "Koffie" en
de bedieningstoets "2 kopjes".
Het apparaat voert een initialisatie
uit.
Apparaat uit- en weer inschakelen
(zie hoofdstuk 4.1 op pagina 86).
Contact opnemen met de hotline.
Plaats de zetgroep en vergrendel
deze.
Ontlucht het apparaat. Vul daarvoor
evt. de watertank en druk vervolgens
gelijktijdig op de bereidingstoetsen
"Koffie" en "Favoriete koffie".
Hierbij stroomt water in het lekbakje.
Het apparaat is vervolgens klaar voor
gebruik.
Zetgroep reinigen (zie hoofdstuk 7.2
op pagina 95).
Storingen
103