het maalwerk. Daarom kunnen de eerste
beide koffiebereidingen nog resten van de
oude bonensoort bevatten.
Op het display knippert Koffiebonen. U
krijgt de vraag om koffiebonen bij te
vullen.
Afb. 5:
Deksel van het bonenreservoir
openen
1. Open het deksel van het bonenreser-
voir (3).
2. Vul het bonenreservoir met koffiebo-
nen.
3. Sluit het deksel van het bonenreservoir.
Bij de volgende koffiebereiding knip-
pert de weergave niet meer.
Als het bonenreservoir tijdens de drank-
bereiding leegloopt, wordt de afgifte
afgebroken en knippert op het display
Koffiebonen. Als u het bonenreservoir met
koffiebonen vult, knippert de weergave
eerst opnieuw. Na het drukken op een
bereidingstoets vallen koffiebonen in
het maalwerk. Er wordt koffie bereid en
de weergave stopt met knipperen. De
stand-by weergave en de weergave Koffie-
bonen branden.
3
Basisprincipes van de bediening
4.3 Watertank vullen
Gebruik alleen vers en koud water zonder
koolzuur om optimaal te kunnen genieten
van de koffie. Ververs het water dagelijks.
Informatie
De kwaliteit van het water is bepalend
voor de smaak van de koffie. Gebruik
daarom een waterfilter (zie hoofdstuk 6.3
Waterhardheid instellen op pagina 91
en hoofdstuk 7.5 Waterfilter gebruiken op
pagina 99).
Op het display brandt Water. U krijgt de
vraag om water bij te vullen.
2
1
Afb. 6:
Watertank verwijderen
1. Open het deksel (2) van de water-
tank (1) en trek de watertank aan de
handgreep omhoog uit het apparaat.
2. Vul de watertank met water.
3. Plaats de watertank langs de boven-
kant in het apparaat en sluit het deksel.
87