Bedrijfsmodi en configuratie
7.4
Bedieningsvergrendeling
De bediening op het apparaat kan wor-
den vergrendeld, om te voorkomen dat
instellingen ongewenst worden gewij-
zigd, bijv. door per ongeluk aanraken.
Ga als volgt te werk om de bedienings-
vergrendeling te activeren of te deacti-
veren:
• Druk lang op het instelwiel (E) om
het configuratiemenu te openen.
• Selecteer het symbool ' ' door aan
het instelwiel te draaien en beves-
tig uw keuze met een korte druk op
het instelwiel.
• Selecteer 'On' door aan het instel-
wiel te draaien om de bedienings-
vergrendeling te activeren of 'OFF'
om de bedieningsvergrendeling te
deactiveren.
• Bediening
• Na de configuratie staan direct op
het apparaat eenvoudige bedie-
ningsfuncties tot uw beschikking.
Als de bedieningsvergrendeling is
geactiveerd, kunt u via het confi-
guratiemenu alleen het menupunt
voor de bedieningsvergrendeling (
) oproepen. Hiermee kunt u de
bedieningsvergrendeling weer
deactiveren.
7.5
Programmering van de
verwarmingsprofielen
Via dit menupunt kunt u de instellingen
voor uw verwarmings- of koelprofielen
uitvoeren en weekprofielen opmaken
volgens uw eigen behoeften.
• Druk lang op het instelwiel (E) om
het configuratiemenu te openen.
• Selecteer het symbool ' ' door aan
het instelwiel te draaien en beves-
tig uw keuze met een korte druk op
het instelwiel.
• Draai aan het instelwiel en selec-
teer
- 'type' voor het kiezen tussen
verwarmen ('HEAT') of koelen
('COOL'),
- 'Pr.nr' voor het selecteren van het
weekprofielnummer ('nr. 1, nr. 2
... nr. 6'),
- 'Pr.Ad' voor het afzonderlijk in-
stellen van het weekprofiel en
- 'OSSF' voor het activeren ('On') of
voor het deactiveren ('OFF') van
de optimale start/stop-functie.
7.5.1
Verwarmen of koelen
U kunt uw vloerverwarming in de win-
ter gebruiken om te verwarmen en in
de zomer om te koelen.
• Selecteer in het menupunt 'type'
door aan het instelwiel (E) te draai-
en 'HEAT' voor verwarmen of
'COOL' voor koelen en bevestig de
selectie door kort op het instelwiel
te drukken.
1 2 5