Nederlands
De duwstang moet niet weer worden gedemon‐
teerd.
6.2
Grasopvangbox in elkaar zet‐
ten, vasthaken en loshaken
6.2.1
Grasopvangbox in elkaar zetten
► Plaats het bovenstuk van de grasopvang‐
box (1) op het onderstuk van de grasopvang‐
box (2).
De openingen (3 en 4) moeten met elkaar
overeenkomen.
► Druk de pennen (5) van binnen door de ope‐
ningen (3 en 4).
► Duw het bovenstuk van de grasopvangbox (1)
omlaag.
Het bovenstuk van de grasopvangbox (1) klikt
hoorbaar vast.
6.2.2
Grasopvangbox vasthaken
► Schakel de motor uit.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Open de uitwerpklep (1) en houd deze vast.
► Pak de grasopvangbox (2) aan de greep (3)
vast en haak deze met de nok (4) in het uit‐
262
werpkanaal (5) en met de haken (6) in de uit‐
sparingen (7) vast.
► Leg de uitwerpklep (1) op de grasopvang‐
box (2).
6.2.3
Grasopvangbox loshaken
► Schakel de motor uit.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Open de uitwerpklep en houd deze vast.
► Neem de grasopvangbox aan de greep naar
boven weg.
► Sluit de uitwerpklep.
6.3
Motorolie bijvullen
De motorolie smeert en koelt de motor.
De specificatie van de motorolie en de bij te vul‐
len hoeveelheid staan in de gebruiksaanwijzing
van de motor.
LET OP
■ Bij levering is het apparaat niet gevuld met
motorolie. Als de motor wordt gestart zonder
of met te weinig motorolie kan de grasmaaier
beschadigd raken.
► Controleer elke keer voordat er wordt
gestart het motoroliepeil en vul zo nodig
motorolie bij.
► Vul motorolie bij zoals in de gebruiksaanwij‐
zing van de motor beschreven staat.
7
Grasmaaier bijtanken
7.1
Grasmaaier bijtanken
LET OP
■ Als voor de grasmaaier geen geschikte brand‐
stof wordt getankt, kan de grasmaaier bescha‐
digd raken.
► Zie de gebruiksaanwijzing van de motor.
► Schakel de motor uit.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Reinig het gebied onder de brandstoftankdop
met een vochtige doek.
7 Grasmaaier bijtanken
0478-111-9952-B