SCHERMWEERGAVE.
Als de unit in automatische modus staat (LED AUTO ON) kan men door de druktoets p verschillende parameters weergeven.Waar:
Pset de ingestelde druk of beoogde druk in bar is.
n
Pbar de instantiële drukaflezing in bar is .
n
Hz de rotatiefrequentie van de motor in Hzis .
n
A het instantiële stroomverbruik in A is.
n
°C de moduletemperatuur is in °C.
n
P s e t
P b a r
EXPERT MENU. Speciale configuratie, er is geen behoefte om deze waarden te corrigeren, deze zijn af fabriek ingesteld.
Door pq te gebruiken kan men de waarden wijzigen en ENTER drukken ter validering. Wenst men de configuratiesequentie
te verlaten op MENU drukken. Achter elke ENTER zullen automatisch al de verschillende schermen verschijnen die
de configuratiesequentie vormen.
P s e t
4 ,
P b a r
3 ,
E X P E R T
V .
X X
Q
O
1
9
Q
1
-
1
9
Q
2
8
A C C E L E R .
1 0
D E C E L E R .
1 0
F R E Q .
8 K H z
M A X
P R E S
0
,
0
b
a
t
P . M A X
X X
OPSTART (ENKEL APPARAAT).
Zorg ervoor dat de pomp goed gevuld is.
n
Verbind de apparaat met de elektrische voeding en de magnetothermische schakelaar, FAILURE led lampje zal AAN
n
zijn. Wacht 10 seconden terwijl de apparaat de autotest uitvoert. Eens dit uitgevoerd is het led lampje FAILURE UIT en het
led lampje LINE is AAN. Op het LCD scherm verschijnt de boodschap"SPEEDBOX " en onmiddellijk de taalweergave van de
configuratiemodus. Het apparaat is klaar voor configuratie.
M
OPSTART (2 GEKOPPELDE APPARATEN).
Als we 2 apparaten wensen te monteren om in groep te werken, dient vorig punt precies opgevolgd - de volgorde van aansluiting is
irrelevant. Tijdens het configuratieproces kan gekozen worden welk apparaat de MASTER is.
Als we 3 of 4 apparaten in groep wensen te assembleren, kan het zijn dat de verbinding niet direct is. De apparaten zullen
verbonden worden via het centrale Speedcenter dat de werking gaat coördineren.
4
, 0
P b a r
3
, 9
H z
Om de configuratiesequentie te starten druk MENU + ENTER gedurende 3"
0
9
Druk ENTER
PID parameter, fabrieksinstelling. Bij twijfel contacteer de fabrikant.
ACCELERATIE. Door pq te gebruiken kan de acceleratie worden gewijzigd.
Bereik 5-20 (Hz/s). Druk ENTER om te bevestigen.
DECELERATIE. Door pq te gebruiken kan de deceleratie worden gewijzigd.
Bereik 5-20 (Hz/s). Druk ENTER om te bevestigen.
FREQUENTIEOMZETTING Door
KHz. Druk ENTER om te bevestigen.
Voor installaties met dompelpompen of waar de kabel van het apparaat naar de pomp
de 20 m overschrijdt, is het aangewezen om met een frequentie van 4 Khz te werken.
MAXIMUM DRUK. Maximum druk configuratie van het systeem. Met de waarde op 0,0 bar is deze
setting uitgeschakeld. Als het systeem een hogere druk detecteert dan welke is ingesteld als "MAX DRUK"
r
gedurende een langere tijd dan is ingesteld bij "t P.MAX", zal het alarm A12 verschijnen in het display.
MAXIMUM PRESSURE TIME. Configuration of the time "t P.MAX".
s
A
3
, 9
º C
3 7
pq kan de frequentie omgezet worden: 8 KHz of 4
45
9
, 8
2 0
+
ENTER
MENU
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER
ENTER