1) diagnose & herstel:
Van zodra de laadinstructie aan de lader is gegeven, controleert de unieke diagnose
automatisch de status van de accu (detectie van de spanning). Als de spanning van een zwaar
ontladen accu hoger is dan 1V (voor 6V-accu's) of 7,5V (voor 12V-accu's), start de lader in de
herstelmodus door een hoge spanning van 8V (voor 6V-accu's) of 16V (voor 12V-accu's) toe
te passen bij een zeer lage stroom van 200mA om de accu te herstellen. Deze modus wordt
beëindigd wanneer de spanning ≥5.25V (voor 6V-accu's) of ≥10.5V (voor 12V-accu's). In deze
fase of wanneer de spanning van de batterij hoger is dan 5,25V (voor 6V-accu's) of 10,5V
(voor 12V-accu's) aan het begin van het proces, dan slaat de lader het pulsladen over en
schakelt over naar de normale laadmodus. De herstelmodus wordt binnen 2 uur beëindigd.
2) Bulk:
Ongeveer 80% van de energie wordt in deze fase geladen. De lader levert een constante
stroom van 1,0A±0,1A tot de spanning 6,8V±0,125V (voor 6V-accu's) of 13,6V±0,25V (voor
12V-accu's) bereikt. Dit wordt aangegeven door LED's
3) absorptie:
Het gebruik van een hoge constante stroom van 3,8A over een langere periode, geeft een
verhoogd risico op gassen in de accu. Daarom wordt een constante lage stroom van 0,6 A
gebruikt om de spanning te verhogen tot 7,2V±0,125V (voor 6V-accu's) en tot 14,4V±0,25V
(voor 12V-accu's), het punt dat de lader overschakelt naar de fase om de capaciteit van
de accu te bevestigen. Wanneer de accu volledig geladen is, wordt dit aangegeven door de
rode LED
minimaliseert de Carpoint lader het opwarmen van de accu, en bijgevolg ook de opbouw
van gassen. Dit verzekert efficiëntere en veiliger prestaties. In deze fase wordt het laden
vervolledigd tot een capaciteit van bijna 100% is bereikt. De lader zou de laadfase starten.
4) Fase voor het controleren van de capaciteit van de accu:
De accu geeft een signaal naar de lader en deze zal net voldoende stroom leveren voor zeer
kleine belastingen zoals alarmen, of eventuele stroomlekken in de bedrading van het circuit
van het voertuig. De lader zal gedurende 30 minuten in- en daarna gedurende 30 minuten
uitschakelen en maakt gebruik van een spanning van 6,8V±0,125V (voor 6V-accu's) of
13,6V±0,25V (voor 12V-accu's) en een constante stroom van 200mA. De ladingspanning
is beperkt tot 6,8V±0,125V (voor 6V-accu's) of 13,6V±0,25V (voor 12V-accu's). Als de
spanning zakt met meer dan 150mV (voor 6V-accu's) of 300 mV (voor 12V-accu's) en
de stroom, getrokken door de accu groter is dan 200mA gedurende een 30±5 minuten
ladingscontrolestap, krijgt de accu een lagere stroom van 200mA gedurende 30±5 minuten
28
9
. Omdat de stroom niet constant wordt geleverd op het hoogste niveau,
en
.
7
8