NL
LET OP!
Gevaar voor milieuschade
Het gebruik van minerale olie voor de
kettingsmering leidt tot ernstige milieus-
chade.
■
Gebruik nooit minerale olie, maar
uitsluitend biologisch afbreekbare
kettingzaagolie.
Controleer het oliepeil elke keer voor aanvang
van de werkzaamheden en elke keer bij het ver-
wisselen van de accu en vul, indien nodig, ket-
tingzaagolie bij:
1. Controleer het oliepeil in het kijkglas (08/1)
van de olietank. Er moet altijd olie te zien
zijn. Het minimale en het maximale oliepeil
mogen niet worden onder- resp. overschre-
den.
2. Zet de hoogsnoeizaag horizontaal op een
stevige ondergrond en houd deze vast.
3. Reinig het gebied rondom de vuldop van de
olietank (08/2).
4. Olietankdop (08/2) losdraaien.
5. Vul de tank met biologisch afbreekbare ket-
tingzaagolie. Hierbij in het kijkvenster (08/1)
van de olietank het oliepeil controleren. Laat
de olietank niet overstromen!
■
Gebruik een trechter om het bijvullen te
vergemakkelijken.
■
Er mag geen vuil in de olietank terechtko-
men.
6. Olietankdop (08/2) weer dichtschroeven.
4.4
Draagriem aanbrengen op het
basisapparaat
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
4.5
Hulpstuk op het basisapparaat plaatsen
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
5 BEDIENING
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verbranding
Tijdens het gebruik wordt het transmis-
siehuis heet.
■
Raak het transmissiehuis niet aan.
40
5.1
Apparaat in- en uitschakelen
Zie de gebruiksaanwijzing "Multitool MT 42 – ba-
sisapparaat".
5.2
Kettingspanning controleren
Controleer de kettingspanning regelmatig, want
nieuwe zaagkettingen rekken nog iets uit.
1. Trek de zaagketting met de hand iets vooruit
en controleer daarbij:
■
In koude toestand: De zaagketting is cor-
rect gespannen wanneer deze in het mid-
den van het zaagblad nog ong. 3 tot 4
mm kan worden opgetild en met de hand
gemakkelijk kan worden doorgetrokken.
Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaag-
ketting langer en hangt deze iets door.
■
De geleide-elementen van de zaagket-
ting mogen aan de onderkant van het
zaagblad niet uit de groef komen, de
zaagketting zou dan los kunnen schieten.
2. Indien nodig, span de zaagketting ().
5.3
Controleren van de kettingsmering
Controleer de werking van de automatische ket-
tingsmering door de hoogsnoeizaag aan te zetten
en het uiteinde te richten naar een karton of een
stuk papier op de ondergrond.
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Contact tussen de zaagketting en de
grond leidt onvermijdelijk tot een stompe
ketting.
■
Voorkom contact tussen de ketting
en de grond en houd steeds een vei-
ligheidsafstand van 20 cm aan!
1. Apparaat inschakelen.
2. Wijs met de punt van het zaagblad richting
een op de grond liggend stuk karton of pa-
pier.
■
Wanneer zich bij deze test een steeds
duidelijker wordend oliespoor vormt,
werkt de automatische oliesmeerfunctie
correct.
■
Wanneer zich, ondanks een volle olie-
tank, geen oliespoor vormt: Het oliein-
laatgat in het apparaat en de groef van
de geleiderail reinigen.
Mocht dit het probleem niet verhelpen, neem dan
contact op met onze klantenservice.
Bediening
CSA 4220