INSTELLEN VAN HET KRACHTMOMENT
• Voor verschillende schroeven en verschillende
materialen
worden
krachtmomenten toegepast.
• Hoe groter het krachtmoment des te groter het
aantal dat aan bepaalde ligging beantwoordt
(afb. D).
• Stel de ring voor instellen van het krachtmoment
(3) op de bepaalde waarde van het krachtmoment
in.
• Begin altijd met het moment met lagere waarde.
• Vergroot het moment stapsgewijs totdat het
juiste resultaat bereikt wordt.
• Om de schroeven los te draaien, kies de hogere
instellingen.
• Om te boren, kies de instellingen met een boor
gemarkeerd. Bij deze instelling wordt de hoogste
waarde van het krachtmoment bereikt.
• Tezamen met ervaring stijgt de vaardigheid om
het juiste krachtmoment te kiezen.
When the torque control ring is set in the drilling
position, the overload coupling is inactive.
MONTAGE VAN HET WERKSTUK
• Zet de draairichting schakelaar (5) in de middelste
stand.
• Draai met de ring van de snelspanboorkop (2)
tegen de klok (zie de markering op de ring)
waardoor de gewenste opening van de kaken
verkregen wordt om de boor of schroefbit
(afb. E) in te zetten.
• Om het werkstuk te monteren, draai de ring van
de snelspanboorkop (2) met de klok mee en dan
zet hem vast.
Demontage van het werkstuk dient in de
omgekeerde volgorde te gebeuren.
Bij de montage van de boor of schroefbit in de
snelspanboorkop let op op de juiste plaatsing van
het werkstuk. Bij gebruik van korte schroefbits
of bits dient een extra magnetisch houvast als
verlengstuk gebruikt te worden.
DRAAIRICHTING NAAR RECHTS - NAAR LINKS
De draairichting van de spil (afb. F) wordt met
behulp van draairichting schakelaar (5) gekozen.
Naar rechts draaien – draai de schakelaar (5)
helemaal naar links.
Naar links draaien – plaats de schakelaar (5)
helemaal naar rechts.
verschillende
* In sommige gevallen kan de positie van de schakelaar ten
opzichte van de draairichting verschillend zijn dan beschreven.
Volg de grafische tekens op de schakelaar of behuizing van
het toestel.
Een
schakelaar (5) die het ongewenst starten van het
elektrogereedschap onmogelijk maakt,
zich in het midden.
• In deze positie kan de boorschroevendraaier niet
ingeschakeld worden.
• In deze positie kunnen do boren of schroefbits
uitgewisseld worden.
• Alvorens het toestel in te schakelen, controleer of
de draairichting schakelaar (5) in de juiste positie
zich bevindt.
Het is verboden om de draairichting tijdens het
draaien van de spil van de boorschroevendraaier
te wijzigen.
VERSNELLING SCHAKELEN
De versnellingen schuifknop (4) (afb. G) toelaat om
het bereik van het toerental te verhogen.
I versnelling: minder toerental, grote kracht van het
draaimoment.
II versnelling: groter toerental, kleinere kracht van
het draaimoment.
Zet de versnellingen schuifknop in de positie die
aan de uitgevoerde werkzaamheden aangepast
is. Indien de schuifknop niet verschuift, draai een
beetje de spil om.
Het is verboden om de versnellingen schuifknop
te verschuiven als de boorschroevendraaier werkt.
Het kan beschadiging van het elektrogereedschap
als gevolg hebben.
Het langdurig boren bij laag toerental van de spil
kan oververhitting van de motor veroorzaken.
Neem regelmatig pauzes bij het werk of laat het
apparaat voor ca. 3 minuten op het maximale
toerental zonder belasting werken.
GREEP
De boorschroevendraaier is voorzien van een
praktische greep (6) om bv. op de gereedschapsriem
tijdens werken op de hoogte op te hangen.
135
veilige
positie
van
de
draairichting
bevindt