Bedrading
Waarschuwing: alle veldbekabeling moet zijn voorzien van een isolatie
geschikt voor tenminste 250 V.
Opmerkingen:
•
Uitsluitend gekwalificeerd personeel is geautoriseerd om deze apparatuur te installeren
en te bedienen overeenkomstig met de gangbare veiligheidsregelgeving en standaarden.
•
De aardklem aangegeven met
aardpunt.
•
Alle bekabeling moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, overeenkomstig
alle geldende regelgeving.
•
De apparatuur moet zijn beschermd door een zekering van 15 A, of een veiligheidsau-
tomaat in de elektrische installatie van het gebouw.
•
Een veiligheidsautomaat, of schakelaar in de installatie van het gebouw, gemarkeerd als
een UIT-schakelaar, moet zich in de buurt bevinden van de apparatuur en binnen
handbereik van de operator zijn.
•
Gebruik afgeschermde kabel, 20 AWG tot 14 AWG (0,5 mm2 tot 2,0 mm2). Gebruik een
kabel met gevlochten metalen afscherming voor CE-installaties (Of gewapende kabel
waar van toepassing).
•
Maximale bedrijfsspanning tussen naastliggende relaiscontacten 250 V.
•
Relais contactklemmen worden gebruikt voor apparatuur die geen toegankelijke delen
onder spanning heeft en met bedrading voorzien van isolatie die geschikt is voor
tenminste 250 V.
1.
Maak de dekselborging los en verwijder het deksel om toegang tot de aansluitingen en
elektronica te verkrijgen. (Het schema op de volgende pagina kunt u ook vinden aan de
onderzijde van het deksel, samen met een handleiding voor de schakelfunctie).
2.
Sluit de draden aan op de klemmen (polariteit is niet belangrijk).
3.
Aard het instrument overeenkomstig de lokale regelgeving.
4.
Draai de wartel aan om een goede afdichting te vormen.
5.
Plaats het deksel en borg de dekselclip na afronding van de instellingen.
A5E32221251
Pointek CLS200/300 (Standaard) – QUICK START HANDLEIDING
moet worden aangesloten op een betrouwbaar
Pagina NL-7