vloeistoffen achter (azijn, citroenzuur, agressieve
schoonmaakproducten enz.).
• de losse delen van de gasbranders moeten vaak in een
lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel
aangekoekte reste. Ga na dat de gasuitstroomopeningen
niet verstopt zijn. Droog de branders goed af voordat u ze
weer gaat gebruiken.
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
installateur om hem in staat te stellen de handelingen met
betrekking tot de installatie op de meest correcte wijze en in
overeenstemming met de van toepassing zijnde normen uit
te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht
blijken de elektrische voeding te handhaven, zal de grootst
mogelijke voorzorg moeten worden genomen.
De kookplaten hebben de volgende technische kenmerken:
Klasse 1
Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden en
functioneren in ruimtes die permanent geventileerd zijn in
overeenstemming met de voorschriften van de geldende
normen. De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren
naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een
schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten
moet zijn aangesloten (fig.1).
• Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een in
het raam of in de buitenmuur geplaatste ventilator worden
gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking
gesteld moet worden.
fig.1
In open haard of vertakte rookpijp
(aanwezig bij de kookapparaten)
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een
hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor
de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
Meteen naar buiten
• Maak het uiteinde van de bougies van de automatische
ontsteking van de kookplaat vaak schoon.
• Met verloop van tijd kan het zijn dat een kraantje
geblokkeerd raakt of moeilijk draait; het is dan noodzakelijk
het van binnen schoon te maken en het opnieuw te smeren.
Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant
erkende installateur.
De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden
gewaarborgd door middel van permanente openingen in de
buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief
vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de
geldende normen. De lucht dient rechtstreeks van buitenaf
en uit de buurt van bronnen van verontreiniging te worden
toegevoerd. De ventilatieopening moet over de volgende
eigenschappen beschikken (fig.2A):
• een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale
warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum van
100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen op
het plaatje met de technische gegevens aan de onderkant
van het apparaat;
• de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde
van de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
• met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd;
• op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
Bijzonderheid A
A
Voorbeeld van een ventilatieopening
voor verbrandingslucht
Fig. 2A
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft,
zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met
brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met
de geldende normen is geventileerd. De toevoer van de lucht
vanuit een nevenliggende ruimte naar de te ventileren ruimte
dient vrijelijk door permanente openingen te worden
gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner mag zijn dan
die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook worden
verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer
te vergroten (fig.2B). Als voor de afvoer van de
verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt,
zal de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de
maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De
capaciteit van de elektroventilator dient voldoende te zijn
om per uur een
32
Aansluitende
Ventilatie
kamer
kamer
Vergroting van de gleuf tussen
de deur en de vloer
Fig. 2B