speciale drukregelaar monteren in overeenstemming met
de geldende normen.
• Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
De gastoevoer moet op de draaibare koppeling (met
schroefdraad ½"G buitendraad) aan de achterkant van het
apparaat aangesloten worden (fig.9) met een metalen starre
leiding en op koppelingen die aan de geldende normen
voldoen of met een metalen flexibele leiding in
overeenstemming met de geldende normen, die niet langer
mag zijn dan 2000 mm.
Als de koppeling gedraaid moet worden moet u de dichting
(die bij de levering van het apparaat inbegrepen is) zonder
meer vervangen.
Als de installatie voltooid is moet u de gasleidingen, de
inwendige aansluitingen en de kranen op dichtheid
controleren door een sopje te gebruiken (gebruik uiteraard
nooit een vlam).
Ga verder na dat de aansluitleiding niet in aanraking kan
komen met de beweegbare delen waardoor de leiding
beschadigd of afgekneld kan worden.
Verzeker u ervan dat de aardgasleiding groot genoeg is om
het apparaat te voeden als alle branders in werking zijn.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas
(flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar
tussen geplaatst worden die aan de geldende normen
voldoet.
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort
Als de kookplaat op een andere gassoort omgebouwd moet
worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is
(staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u
de inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt
te werk moet gaan:
• haal de roosters en de branders eraf.
• schroef de inspuiters los (fig.6) met een buissleutel van 7
mm en vervang ze met inspuiters die geschikt zijn voor
het nieuwe type gas (zie tabel 1 "Kenmerken van de
branders en inspuiters").
• monteer de onderdelen weer.
A
Het regelen van de minimum stand
• zet het kraantje op minimum;
• neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of
naast het staafje van het kraantje (fig.7) totdat u een
regelmatige vlam heeft (als u de schroef losser draait neemt
het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker draait
neemt het minimumvermogen af);
Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de
stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan.
• Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft, moet
u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer snel
van de hoogste stand op de laagste stand zetten en nagaan
dat de brander niet dooft.
fig.5
Elektrische aansluiting
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
De units zijn bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan
de onderzijde van de kookplaat of op het eind van de
gebruiksaanwijzing). Controleren of de netspanning ter
plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het net
Bij de modellen die niet van een stekker voorzien zijn moet
u een genormaliseerde stekker voor de belasting die op het
typeplaatje staat op het snoer monteren en de stekker in
een deugdelijk stopcontact steken.
Als het apparaat rechtstreeks op het elektriciteitsnet
aangesloten moet worden dan moet er tussen het apparaat
en het elektriciteitsnet een veiligheidsschakelaar gemonteerd
worden met een opening tussen de contacten van minimaal
3 mm, die berekend moet zijn op de belasting van het
apparaat en die aan de geldende normen moet voldoen. De
geel/groene aardedraad mag niet onderbroken worden door
de schakelaar.
In ieder geval moet de voedingskabel zodanig aangelegd
worden dat de kabel op geen enkel punt warmer kan worden
dan 50 °C boven de omgevingstemperatuur.
In het geval van installeren boven een ingebouwde oven,
moet de elektrische aansluiting van het kookplaat en van de
oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen
als om het eventueel uittrekkenvan de oven mogelijk te
fig.6
maken.
Gebruik geen adaptors, dubbelstekkersof dergelijke,
aangezien deze oververhitting en branden kunnen
veroorzaken.
34
fig.7