INSTALLEREN
LET OP:
• Houd de vloer rondom het gereedschap schoon en vrij
van obstakels zoals zaagspanen of afgezaagde stuk-
ken.
De hulpplaat installeren (Fig. 1 en 2)
Leg altijd het gat in de hulpplaat op de inkeping in de zool
van het gereedschap en monteer vóór gebruik de hulp-
plaat met behulp van de zeskantbout.
Voor Europese landen
De houders aanbrengen (Fig. 3 en 4)
Bevestig de houders op beide uiteinden van de voet en
zet ze met schroeven vast.
Verstel de afstelvoetjes zodat ze de ondergrond raken.
Op een werktafel monteren (Fig. 5)
Dit gereedschap dient op een vlak en stabiel oppervlak
te worden vastgezet door middel van bouten die u vast-
draait in de boutgaten in de voet van het gereedschap.
Hierdoor wordt voorkomen dat het gereedschap omkan-
telt en mogelijk verwondingen veroorzaakt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
functies op het gereedschap af te stellen of te controle-
ren.
Beschermkap (Fig. 6 en 7)
LET OP:
• Controleer of het handvat niet omlaag kan worden
gebracht zonder dat de hendel bij het handvat naar
links wordt gedrukt.
• Controleer of de onderste beschermkappen A en B niet
opengaan tenzij de hendel bij het handvat naar de
hoogste positie wordt gedrukt.
Wanneer u de hendel naar links drukt om het handvat
omlaag te brengen, gaat de onderste beschermkap A
automatisch omhoog. De onderste beschermkap B gaat
omhoog zodra deze met een werkstuk in aanraking komt.
De onderste beschermkappen zijn veerbelast zodat ze
naar hun oorspronkelijke positie terugkeren wanneer het
zagen is voltooid en het handvat omhoog wordt gebracht.
De bovenste beschermkap valt plat op het bovenvlak
nadat het werkstuk eronder is gegaan. DE ONDERSTE
BESCHERMKAPPEN, DE VEER DIE ERAAN IS
BEVESTIGD, EN DE BOVENSTE BESCHERMKAP
MOGEN NOOIT WORDEN VASTGEZET OF VERWIJ-
DERD.
Voor uw persoonlijke veiligheid dienen de beschermkap-
pen altijd in goede staat te worden gehouden. Elke onre-
gelmatigheid in hun werking dient onmiddellijk te worden
hersteld. Controleer of de onderste verende bescherm-
kappen goed terugkeren. GEBRUIK HET GEREED-
SCHAP
NOOIT
WANNEER
BESCHERMKAPPEN, DE VEREN OF DE BOVENSTE
BESCHERMKAP BESCHADIGD, DEFECT OF VERWIJ-
DERD ZIJN. DIT IS NAMELIJK BIJZONDER GEVAAR-
LIJK
EN
KAN
VERWONDINGEN TOT GEVOLG HEBBEN.
60
DE
ONDERSTE
ERNSTIGE
PERSOONLIJKE
Als een van deze transparante beschermkappen vuil is of
met zaagsel is bedekt zodat het zaagblad niet meer goed
zichtbaar is, trek dan de stekker uit het stopcontact en
veeg de beschermkappen zorgvuldig schoon met een
vochtige doek. Gebruik voor het schoonmaken van de
plastic beschermkap nooit oplosmiddelen of benzinehou-
dende schoonmaakmiddelen.
Als de onderste beschermkap A erg vuil is zodat u er
moeilijk doorheen kunt zien, ga dan als volgt te werk. Zet
de boventafel vast in de hoogste positie, breng het hand-
vat volledig omhoog, druk de aanslagpen volledig naar
binnen, en gebruik de meegeleverde dopsleutel om de
zeskante bout van de middenkap los te draaien. Draai de
zeskante bout naar links los en breng de onderste
beschermkap A en de middenkap omhoog terwijl u de
hendel naar links drukt. In deze positie kan de onderste
beschermkap A grondiger en gemakkelijker worden
schoongemaakt. Voer deze procedure in de omgekeerde
volgorde uit en draai de bout weer vast nadat het
schoonmaken is voltooid.
Om de bovenste beschermkap schoon te maken, draai
de schroef ervan los met een schroevendraaier en verwij-
der de bovenste beschermkap. Breng de beschermkap
na het reinigen weer aan en draai de schroef zodanig
vast dat de bovenste beschermkap soepel op en neer
beweegt.
Als een van de beschermkappen door ouderdom of
blootstelling aan ultraviolet-licht verkleurd is geraakt,
neem dan contact op met een Makita servicecentrum
voor een nieuwe beschermkap. DE BESCHERMKAP-
PEN NOOIT VASTZETTEN OF VERWIJDEREN.
Handhaven van de maximale zaagcapaciteit
(Fig. 8 en 9)
Dit gereedschap is in de fabriek ingesteld voor het leve-
ren van maximale zaagcapaciteit met een 260 mm zaag-
blad.
Wanneer u een nieuw zaagblad installeert, moet u altijd
de laagste positie van het zaagblad controleren en zono-
dig als volgt afstellen:
LET OP:
• Voor deze afstelling dient u de stekker uit het stopcon-
tact te verwijderen en de boventafel in de laagste posi-
tie te zetten.
Verwijder eerst de stekker uit het stopcontact. Zet de
boventafel in de laagste positie. Breng het handvat volle-
dig omlaag. Gebruik de dopsleutel en draai de stelbout
onderaan in het grootste gat in de boventafel naar links of
rechts totdat de omtrek van het zaagblad ietwat onder
het bovenvlak van de draaivoet komt te zitten bij het punt
waar het voorvlak van de geleider in aanraking komt met
het bovenvlak van de draaivoet.
Met de stekker uit het stopcontact verwijderd, draai met
de hand het zaagblad rond terwijl u het handvat volledig
omlaag gedrukt houdt, en controleer of het zaagblad met
geen enkel deel van het onderste voetstuk in aanraking
komt. Stel opnieuw een beetje af, indien nodig.
LET OP:
• Na het installeren van een nieuw zaagblad, dient u
altijd te controleren of het zaagblad met geen enkel
deel van het onderste voetstuk in aanraking komt wan-
neer het handvat volledig omlaag is gebracht. Voer
deze controle altijd uit met de stekker uit het stopcon-
tact verwijderd.