2.
Draag gehoorbescherming, zoals oorkappen,
om gehoorschade te voorkomen.
Draag geschikte kleding en schoenen waar-
3.
mee veilig kan worden gewerkt, zoals een
werkoverall en stevige schoenen met antis-
lipzolen. Draag geen loshangende kleding of
sieraden. Loshangende kleding, sieraden en lang
haar kunnen verstrikt raken in bewegende delen.
4.
Trek veiligheidshandschoenen aan voordat
u het metalen snijblad aanraakt. Een metalen
snijblad kan flinke snijwonden veroorzaken in
blote handen.
Veiligheid op de werkplek
1.
Bedien het gereedschap alleen bij goed zicht
en daglicht. Bedien het gereedschap niet in het
donker of in mist.
2.
Gebruik het gereedschap niet in een omgeving
waar explosiegevaar bestaat door licht ont-
vlambare vloeistoffen, gas, damp of stof. Het
gereedschap produceert vonken die de dampen of
het stof kunnen ontsteken.
Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele
3.
of gladde ondergrond of op een steile helling
staan. Let in de winter op ijs en sneeuw, en
zorg er altijd voor dat u stevig staat.
4.
Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten
minste 15 meter uit de buurt van het gereed-
schap. Zet het gereedschap uit zodra iemand
dichterbij komt.
5.
Gebruik het gereedschap nooit wanneer men-
sen, met name kinderen, of huisdieren zich in
de buurt bevinden.
6.
Onderzoek het werkgebied op stenen en
andere massieve voorwerpen voordat u met de
werkzaamheden begint. Deze kunnen worden
opgeworpen of gevaarlijke terugslag veroorzaken
en leden tot ernstig letsel en/of materiële schade.
7.
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit
gereedschap kan stof opwerpen waarin chemi-
sche bestanddelen kunnen zitten die ziekten
aan de luchtwegen of andere ziekten kunnen
veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze
chemische bestanddelen zijn verbindingen die
gevonden worden in pesticiden, insecticiden,
meststoffen en herbiciden. Het gevaar van
blootstelling hangt af van hoe vaak u dit soort
werk uitvoert. Om blootstelling aan deze che-
micaliën tot een minimum te beperken, dient u
in een goed geventileerde omgeving te werken
en gebruik te maken van goedgekeurde veilig-
heidsmiddelen zoals stofmaskers die speciaal
ontworpen zijn voor het filtreren van microsco-
pische deeltjes.
Elektrische veiligheid en accu
1.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen of
natte omstandigheden. Als water binnendringt
in het gereedschap, wordt de kans op een elektri-
sche schok groter.
2.
Gebruik het gereedschap niet als het niet kan
worden in- en uitgeschakeld met de schake-
laar. Ieder gereedschap dat niet met de schake-
laar kan worden bediend is gevaarlijk en moet
eerst worden gerepareerd.
3.
Voorkom onbedoeld starten. Controleer dat de
schakelaar in de uit-stand staat alvorens de
accu aan te brengen, het gereedschap op te
pakken of te dragen. Door het gereedschap te
dragen met uw vinger op de schakelaar, of door
het gereedschap op een voeding aan te sluiten
terwijl de schakelaar aan staat, neemt de kans op
ongevallen sterk toe.
Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
4.
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
Open of vervorm de accu('s) niet. Het elektrolyt
5.
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
6.
Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
In gebruik nemen
Alvorens het gereedschap te monteren of af te
1.
stellen, verwijdert u de accu.
2.
Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u
het metalen snijblad hanteert.
3.
Voordat u de accu aanbrengt, inspecteert u het
gereedschap op beschadigingen, losse schroe-
ven/moeren en verkeerde montage. Slijp het
metalen snijblad als het bot is. Als het metalen
snijblad verbogen of beschadigd is, vervangt
u hem. Controleer of alle bedieningshendels
en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden
bediend. Maak de handgrepen schoon en droog.
4.
Probeer nooit het gereedschap in te schakelen
als het beschadigd of nog niet volledig gemon-
teerd is. Anders kan ernstig letsel ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel en de handgreep af
op de lichaamsgrootte van de gebruiker.
Wanneer u een accu aanbrengt, controleert
6.
u of het snijgarnituur uw lichaam en andere
voorwerpen, zoals de grond, niet raakt. Dit kan
bij het inschakelen gaan draaien en persoonlijk
letsel, schade aan het gereedschap en/of materi-
ele schade veroorzaken.
7.
Verwijder alle verstelsleutels, -tangen en
schede voordat u het gereedschap inschakelt.
Een accessoire dat nog aan een draaiend deel
van het gereedschap vastzit, kan persoonlijk letsel
veroorzaken.
8.
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met een
beschermkap. Gebruik het gereedschap nooit
met een beschadigde beschermkap of zonder
aangebrachte beschermkap!
9.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitska-
bels, waterleidingen, gasleidingen, enz. zijn
die een gevaarlijke situatie zouden kunnen
veroorzaken als ze worden beschadigd door
het gebruik van dit gereedschap.
Gebruik
1.
In geval van nood zet u het gereedschap
onmiddellijk uit.
2.
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u het gereedschap uit en verwijdert u de accu.
Gebruik het gereedschap niet meer totdat de
oorzaak is opgespoord en verholpen.
73 NEDERLANDS