overeenkomstige groene LED SIGNAL (4) op .
Bij oversturing licht de rode LED CLIP/ LIMITER
(3) op . In dit geval moet u het geluidsvolume
met de overeenkomstige regelaar verminderen .
Bij ingeschakelde limiter (zie hoofdstuk 6 .1)
licht de rode LED CLIP/ LIMITER op, als de
limiter het geluidsvolume dempt . U moet de
overeenkomstige niveauregelaar dan alleen
terugdraaien, wanneer de LED continu oplicht .
6.4 De scheidingsfrequentie instellen
Indien de bedrijfsmodus Bi-Amping of Tri-Mode
is ingesteld, moet de scheidingsfrequentie voor
de basluidsprekers resp . voor de subwoofer
worden ingesteld, d .w .z . de frequentie die de
luidsprekers nog kunnen afgeven (raadpleeg
hiervoor de technische gegevens van de basluid-
sprekers resp . van de subwoofer) . Met behulp
van een schroevendraaier stelt u de regelaar
CROSSOVER FREQUENCY (9) in op de betref-
fende frequentie .
6.5 De beveiliging tegen manipulatie
Om de voorgenomen instellingen niet per onge-
luk of met opzet te kunnen veranderen, wordt
bij het toestel een afsluitdeksel geleverd voor de
regelaars (6) op het frontpaneel evenals een af-
sluitdeksel voor de schakelaars (8) en de regelaar
(9) aan de achterzijde van het toestel . Met de
bijbehorende schroeven kunt u deze afsluitdek-
sels over de bedieningselementen aanbrengen .
7 Beveiligingscircuit
Voor de beveiliging van de versterkeruitgangs-
trappen en de aangesloten luidsprekers zijn er
beveiligingscircuits aanwezig die in de volgende
gevallen in werking treden:
– bij overbelasting of kortsluiting aan de uit-
gangen
– bij oververhitting van de versterker
Bij oververhitting van de kanalen 1 en 2 licht
de linker LED OVERHEAD (1) op, en de beide
uitgangstrappen worden uitgeschakeld . Indien
alleen de kanalen 1 en 2 oververhit zijn, blijven
de kanalen 3 en 4 functioneren .
Bij oververhitting van de kanalen 3 en 4 licht
de rechter LED OVERHEAD (2) op, en de beide
uitgangstrappen worden uitgeschakeld . Indien
alleen de kanalen 3 en 4 oververhit zijn, blijven
de kanalen 1 en 2 functioneren .
Voor verdere werking moet het uitgangsvermo-
gen omlaag of moet u voor een betere ventilatie
van de versterker zorgen . Nadat de betreffende
kanalen tot normale bedrijfstemperatuur zijn
afgekoeld, functioneren ze opnieuw normaal .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
8 Technische gegevens
Uitgangsvermogen
4-Ω-bedrijf: . . . . . . . .4 × 250 W RMS
8-Ω-bedrijf: . . . . . . . .4 × 160 W RMS
8-Ω-brugwerking: . . .2 × 500 W RMS
max . totaal vermogen: 1400 W
Ingangen
XLR, gebalanceerd: . . .1,23 V/ 30 kΩ
6,3 mm-jack, ongebal .: 1,23 V/ 14 kΩ
Frequentiebereik
bij 1-weg-bedrijf: . . . . .20 – 20 000 Hz,
+0 / −0,5 dB
Scheidingsfrequentie
bij 2-weg-bedrijf: . . . . .50 – 2500 Hz regel-
baar, 24 dB / octaaf
THD: . . . . . . . . . . . . . . .< 0,1 %
Signaal / Ruis-
verhouding: . . . . . . . . .> 80 dB
Overspraakdemping: . . .> 60 dB
Voedingsspanning: . . . .230 V/ 50 Hz
Vermogensverbruik: . . .max . 1800 VA
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . .0 – 40 °C
Afmetingen
(B × H × D): . . . . . . . . .482 × 89 × 410 mm,
2 RE (rackeenheden)
Gewicht: . . . . . . . . . . . .16,2 kg
Wijzigingen voorbehouden .
®
INTERNATIONAL
23