polen van de diode om) of de door-
laatspanning groter dan 1,999 V is.
4.6 Meting van de frequentie
De maximaal te meten spanning mag
niet meer dan 600 V~ bedragen. An-
ders dreigt er levensgevaar voor de
gebruiker!
1) Het rode meetsnoer moet met de
gele jack "+" (10) en het zwarte
meetsnoer met de zwarte jack "COM"
(6) verbonden worden.
2) Plaats de keuzeschakelaar (8) in de
stand "Hz". Op het display wordt de
melding "kHz" weergegeven.
3) Houd de meetpennen tegen de be-
treffende meetpunten, en lees de fre-
quentie van het display af.
De meter schakelt intern automa-
tisch naar het optimale meetbereik.
De melding "OL" kan kortstondig op
het display verschijnen tot het juiste
meetbereik geactiveerd is. De ampli-
tude van de te meten spanning moet
minstens 800 mV bedragen, anders
wordt er geen waarde weergegeven.
4.7 Hoogst gemeten waarde vast-
houden
1) Wenst u tijdens een spannings- of
weerstandsmeting de hoogste waar-
de vast te houden, druk dan kort op
de "MAX"-toets (9). Op het display
wordt het symbool
ven.
2) Bij spanningsmetingen blijft de geme-
ten waarde op het display staan, ook
nadat meetobject en meter van el-
kaar gescheiden zijn. Hierbij wordt bij
een weerstandsmeting de melding
"OL" op het display weergegeven.
3) Druk opnieuw op de "MAX"-toets om
deze functie uit te schakelen. De hui-
dige gemeten waarde wordt opnieuw
weergegeven, en het symbool
verdwijnt.
Tips
Om de hoogst gemeten waarde bij de
meting van de wisselstroom vast te hou-
den, drukt u op de "PEAK"-toets (3).
Bij de frequentiemeting kan de hoogste
waarde niet vastgehouden worden, ook
MAX
weergege-
MAX
wanneer het symbool
play weergegeven wordt.
5 Batterij vervangen
Neem de meetsnoeren in ieder geval
van het meetobject af, alvorens het
toestel te openen. Zo voorkomt u elk
risico op een elektrische schok.
Gebruik het toestel nooit, wanneer
het geopend is.
Vervang de lege 9 V-blokbatterij, wan-
neer op het symbool
verschijnt:
1) Schroef beide schroeven onderaan
aan de achterzijde van het toestel
los, en neem het deksel van het bat-
terijvak weg.
2) Vervang de batterij. Let daarbij op de
juiste polariteit, d.w.z. breng de batte-
rij zo aan, dat de aansluitcontacten
correct vastklikken.
3) Schroef het deksel van het batterijvak
weer vast. Neem de meter pas dan
opnieuw in gebruik.
6 Technische gegevens
Wisselstroom
Meetbereiken: . . . . . . . . 20 A, 200 A, 700 A
op het dis-
MAX
op het display
NL
B
27