J Bargrafiek: stelt met zijn lengte de tijdsaandui-
ding (L) grafisch voor
K Regel voor tekstinformatie (b.v. cd-tekst, ID3-
tags bij mp3-tracks, mapnaam, geselecteerd
effect); doorlopend bij langere teksten
L Tijdsweergave in minuten, seconden en
frames
zie ook positie 11: toets TIME
M Displaybericht RELOOP bij afspelen van een
loop
N Weergave van het aantal beats per minuut
van de geselecteerde track
zie ook positie 27: toets TAP
O Displaybericht MT bij ingeschakelde functie
„Mastertempo"
zie ook positie 26: toets MASTER TEMPO
2 Toets OPEN/ CLOSE voor het openen en sluiten
van de cd-lade (28) – alleen mogelijk in pauze-
modus
3 Toets A, om het beginpunt van een loop te bepa-
len
4 Toets B / EDIT om het eindpunt van een loop vast
te leggen en tegelijk de loop te starten;
voor het bewerken van de loop kunt u tijdens de
weergave ervan met de toets B / EDIT een bewer-
kingsmodus oproepen en opnieuw verlaten
5 Toets RELOOP / EXIT om een loop te verlaten en
deze opnieuw te starten
6 Toets RELAY om de relaiswerking in en uit te
schakelen (
hoofdstuk 5.4.1)
7 Toetsen SKIP om een track/ map te selecteren
en een loop te bewerken
1. Een track selecteren:
Met de toets
wordt een track vooruitge-
sprongen; door op de toets
keert u terug naar het begin van de track; tel-
kens u daarna op de toets drukt, gaat u een
track terug.
J Barra gráfica: para indicar el tiempo (L) gráfi-
camente mediante su longitud
K Línea para información de texto (p. ej. texto
CD, etiquetas ID3 para pistas MP3, nombre
de carpeta, efecto seleccionado); los textos
más largos se desplazan por el visualizador
L Indicación del tiempo en minutos, segundos y
frames
Ver también el punto 11: botón TIME
M Indicación RELOOP cuando se reproduce un
bucle
N Indicación de pulsaciones por minuto de la
pista seleccionada
Ver también el punto 27: botón TAP
O Indicación MT cuando la función "Master
tempo" está activada
Ver también el punto 26: botón MASTER
TEMPO
2 Botón OPEN/CLOSE para abrir y cerrar la ban-
deja del CD (28) – sólo se puede hacer en modo
pausa
3 Botón A para definir el punto de inicio de un bucle
4 Botón B/EDIT para definir el punto final de un
bucle y empezarlo al mismo tiempo.
Para editar el bucle, puede activar o salir de un
modo de edición con el botón B/EDIT mientras
se reproduce el bucle
5 Botón RELOOP/EXIT para salir y reiniciar un
bucle
6 Botón RELAY para activar/desactivar el modo
relé (
apartado 5.4.1)
7 Botones SKIP para seleccionar pistas y carpetas
y para editar un bucle
1. Selección de pista
Pulse el botón
para ir a la pista siguiente;
pulse el botón
para volver al principio de la
pista: Cada vez que se pulsa el botón, el apa-
rato retrocede una pista más.
Om een track snel te selecteren, houdt u een
van de toetsen ingedrukt en draait u met het
draaiplateau (8) om de tracks te overlopen.
2. Mapselectie [in de mapselectiemodus, inge-
schakeld met de toets FOLDER (15)]:
met de toets
de toets
Om een map snel te selecteren, houdt u een
van de toetsen ingedrukt en draait u met het
draaiplateau (8) om te mappen te overlopen.
3. Een loop bewerken [in de bewerkingsmodus,
ingeschakeld met de toets B / EDIT (4)]:
Toets
om de loop te verdubbelen,
Toets
om de loop te halveren
8 Draaiplateau
1. tijdens het afspelen voor de functie "Pitch
Bend"
2. in de pauzemodus om een plaats exact op te
zoeken
3. om een track of map snel te selecteren (in de
mapselectiemodus), als een van de toetsen
SKIP (7) ingedrukt wordt gehouden
4. om snel vooruit en achteruit te zoeken, als de
functie met de toets SEARCH (18) werd inge-
schakeld
5. om scratcheffecten te genereren als de functie
met de toets SCRATCH (17) werd ingescha-
keld
6. om het eindpunt van een loop te verschuiven
in de bewerkingsmodus [ingeschakeld met de
toets B / EDIT (4)]
9 Toets CUE
1. om een track kort voor te beluisteren
(
hoofdstuk 5.8)
2. om een Cue-punt op te slaan (alleen mogelijk
te drukken,
in de pauzemodus) en later te selecteren
10 Toets PLAY / PAUSE om te wisselen tussen
afspelen (toets licht op) en pauze (toets knippert)
Para una selección rápida de pista, mantenga
pulsado uno de los botones y gire el jog wheel
(8) para repasar las pistas.
2. Selección de pista [en el modo de selección de
carpeta, activado con el botón FOLDER (15)]:
Pulse el botón
peta; pulse el botón
peta previa.
Para una selección rápida de carpeta, man-
tenga pulsado uno de los botones y gire el jog
wheel (8) para repasar las carpetas.
3. Edición de un bucle [en el modo de edición,
activado con el botón B/EDIT (4)]:
Botón
para duplicar el bucle
Botón
para reducir a la mitad el bucle
8 Jog wheel
1. Durante la reproducción: Para la función
"Pitch Bend"
2. En el modo pausa: Para la definición precisa
de un punto en concreto
3. Para la selección rápida de pista o de carpeta
(en el modo de selección de carpeta) cuando
uno de los SKIP (7) se mantiene pulsado
4. Para el avance/retroceso rápido cuando se ha
activado la función con el botón SEARCH (18)
5 Para crear efectos scratch cuando se ha acti-
vado la función con el botón SCRATCH (17)
6. Para desplazar el punto de finalización de un
bucle en el modo de edición [activado con el
botón B/EDIT (4)]
9 Botón CUE
1. Para la reproducción breve del inicio de una
pista (
apartado 5.8)
2. Para memorizar un punto Cue (sólo es posible
en el modo pausa) y seleccionarlo más tarde
10 Botón PLAY/PAUSE para cambiar entre repro-
ducción (botón iluminado) y pausa (botón parpa-
deando)
springt u een map vooruit, met
een map terug.
para ir a la siguiente car-
para volver a la car-
11 Toets TIME, om de tijdsweergave (J en L) te ver-
anderen; het betreffende displaybericht (D) ver-
meldt welke tijdsinformatie momenteel wordt
aangegeven:
REMAIN
resterende speeltijd van de
track
ELAPSED
verstreken speeltijd van de
track
TOTAL REMAIN resterende speeltijd van de cd
(niet bij mp3-bedrijf)
12 Toets CONT om de bedrijfsmodus te wisselen
Auto CUE (afspelen van een individuele track)
na elke afgespeelde track schakelt het appa-
raat in pauze
CONTINUE (continuweergave)
continu afspelen van de tracks op de cd of van
de tracks in de geselecteerde map
13 Toets TITLE, voor het omschakelen van de ID3-
tag-informatie in de tekstregel (K) bij mp3-tracks;
het betreffende displaybericht (I) geeft aan,
welke informatie momenteel wordt weergege-
ven:
geen displaybericht
bestandsnaam
< TITLE >
tracknaam
< ALBUM >
naam van het album
< ARTIST >
naam van de uitvoerder
14 Toets PROG om een eigen reeks tracks te pro-
grammeren (
hoofdstuk 5.14); om een gepro-
grammeerde reeks tracks te programmeren,
houdt u de toets in de pauzemodus ca. 2 secon-
den ingedrukt
15 Toets FOLDER voor het in- en uitschakelen van
de mapselectiemodus
16 Toets REVERSE voor het in- en uitschakelen
van de functie Achteruit afspelen
17 Toets SCRATCH voor het in- en uitschakelen
van de scratchfunctie
11 Botón TIME para cambiar entre la indicación de
tiempo (J y L); la indicación correspondiente (D)
especificará el tiempo que se va a visualizar
REMAIN
Tiempo restante de la pista
ELAPSED
Tiempo reproducido de la pista
TOTAL REMAIN Tiempo restante del CD entero
(no es posible en modo MP3)
12 Botón CONT para cambiar el modo de funciona-
miento
Auto-CUE (reproducción de una sola pista)
Después de la reproducción de cada pista, el
aparato se pone en pausa
CONTINUE (reproducción continua)
Reproducción continua de pistas del CD o en
la carpeta seleccionada
13 Botón TITLE para pasar a la información de eti-
quetas ID3 en la línea de texto (K) para pistas
MP3; la indicación correspondiente (I) especifi-
cará la información que se va a visualizar:
Sin indicación
Nombre de archivo
< TITLE >
Nombre de la pista
< ALBUM >
Nombre del álbum
< ARTIST >
Nombre del artista
14 Botón PROG para programar una secuencia de
pistas personal (
apartado 5.14); para borrar
una secuencia de pistas programada, mantenga
pulsado el botón durante unos 2 segundos en el
modo pausa
15 Botón FOLDER para activar/desactivar el modo
de selección de carpeta
16 Botón REVERSE para activar/desactivar la
reproducción inversa
17 Botón SCRATCH para activar/desactivar la fun-
ción Scratch
NL
B
E
25