PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen
1. De maaier start niet als de
schakelhendel wordt bediend.
2. De motor stopt tijdens het
maaien.
3. De maaimachine werkt maar
het maaien verloopt niet naar
tevredenheid, of maait niet het
hele gazon.
4. De maaier is moeilijk te
duwen.
5. De maaier is abnormaal
luidruchtig en trilt.
86
6. LED's van de acculader
branden niet.
7 . De acculader-LED wordt niet
groen.
8. De maaier pakt het
gemaaide gras niet op.
9. Bij mulchen zijn snoeisporen
zichtbaar.
10. Laag of verminderd
arbeidsvermogen na vele
malen gebruik.
11. De LED van de accu-oplader
knippert rood en de accu kan
niet worden opgeladen.
Snoerloze graasmaaier
Herstelhandeling
A. Zorg ervoor dat de veiligheidssleutel geïnstalleerd is en correct geplaatst,
en dat de inschakelknop volledig is ingedrukt.
B. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit, keer de maaier om en controleer of het blad vrij kan
draaien. Als dat niet zo is, retourneer dat dan naar een geautoriseerde
onderhoudsmechanicus. Het blad moet vrij kunnen draaien.
C. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de
stroomtoevoer en wacht tot de groene lamp oplicht.
A. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit, keer de maaier om en controleer of het blad vrij kan
draaien. Als dat niet zo is, retourneer dat dan naar een geautoriseerde
onderhoudsmechanicus. Het blad moet vrij kunnen draaien.
B. Verhoog de maaihoogte van de wielen naar de hoogste positie en start de maaier.
C. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de
stroomtoevoer en wacht tot de groene lamp oplicht.
D. Voorkom overbelasting van de maaier. Ga langzamer maaien of verhoog
de maaihoogte. Of doe beide.
A. Is de accu volledig opgeladen? Koppel de oplader aan op de
stroomtoevoer en wacht tot de groene lamp oplicht.
B. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit. Keer de maaier om en controleer: Het blad op scherpte
– houd het blad scherp. Het dek en de uitwerpgoot op blokkades.
C. De aanpassing van de wielhoogte kan te laag zijn ingesteld voor de staat
van het gras. Verhoog de maaihoogte.
A. Verhoog de maaihoogte om de wrijving tussen het dek en het gras te
verminderen. Controleer of de wielen allemaal vrij kunnen draaien.
A. Laat de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten. Trek de
veiligheidssleutel uit. Draai de maaier op zijn kant en controleer het blad
om er zeker van te zijn dat het niet gebogen of beschadigd is. Als het
blad beschadigd is, vervangt u het door een vervangend blad van. Als de
onderzijde van het dek beschadigd is, brengt u de maaier terug naar een
geautoriseerd servicecentrum van.
B. Als er geen zichtbare schade aan het blad is en de maaier blijft trillen: Laat
de schakelaarhendel los om de maaier uit te zetten, trek de veiligheidssleutel
uit en verwijder het blad. Draai het blad 180 graden en bevestig het weer. Als
de motor nog steeds trilt, brengt u de maaier terug naar een geautoriseerd
servicecentrum van.
A. Controleer dat de stekker goed in het stopcontact zit.
B. Vervang de lader
A. De accu moet worden nagekeken. Breng hem naar een geautoriseerd
onderhoudscentrum.
A. Verwijder de mulchplaat als u hem inpakt.
B. De grasopvang zit verstopt. Laat de schakelaarhendel los om de maaier
uit te zetten. Trek de veiligheidssleutel uit. Haal het gemaaide gras uit de
grasopvang.
C. Gras wordt teveel weggemaaid. Verhoog de maaihoogte van de wielen
zodat het gras minder kort wordt gemaaid.
D. De zak is vol. Leeg de zak vaker.
A. Het gras wordt te kort gemaaid. Verhoog de maaihoogte van de wielen
om de lengte van het maaisel te reduceren. Maai niet meer dan 1/3 van de
totale lengte.
B. Controleer of de bladen scherp zijn. Houd de bladen altijd scherp.
A. Retourneer het apparaat naar een onderhoudscentrum – misschien is een
nieuwe accu nodig.
A. De accu raakt na continugebruik oververhit. Haal de accu uit de oplader en
laat hem tot 42°C of minder afkoelen.
NL