7. R-671 Dutch Cookbook
VERMOGEN MAGNETRON
Uw magnetron heeft een vermogen van 800 W
(800P) en 5 vermogensinstellingen. Richt u bij het
kiezen van het vermogen naar de aanwijzingen in
dit kookboek. In het algemeen geldt:
100% vermogen = 800 watt (800P)
wordt gebruikt voor snel gaar laten worden of
verwarmen, bv. voor schotels, warme
dranken, groente, vis enz.
70% vermogen = 560 watt (560P)
Verlaag bij langere bereidingstijden van
compacte gerechten, zoals gebraad, of
kwetsbare gerechten, zoals kaassaus, het
vermogen van de magnetron. Bij een lager
vermogen koken de gerechten niet over en
wordt vlees gelijkmatig gaar, zonder aan de
randen te gaar te worden.
50% vermogen = 400 watt (400P)
Verlaag het vermogen van de magnetron
enigszins en verleng de bereidingsduur voor
compacte gerechten, die bij een traditionele
bereiding veel tijd nodig hebben om gaar te
worden, zoals rundvleesschotels. Op deze
manier wordt het vlees malser.
30% vermogen = 240 watt (240P)
Kies voor het ontdooien een lage
vermogensinstelling. Dit zorgt ervoor dat het
voedsel gelijkmatig ontdooit. Deze instelling is
ook ideaal voor het bereiden van rijst, pasta
en knoedels.
10% vermogen = 80 watt (80P)
Voor het voorzichtig ontdooien van bv.
roomtaarten moet u de laagste instelling
kiezen.
14/12/2001
8:52
Page 125
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
GEBRUIK VAN DE GRILLFUNCTIES
Verklaring van de symbolen
Grill boven
Kan veelzijdig worden ingezet voor het
bakken en grillen van vlees, gevogelte en
vis.
Grill onder
Deze functie kan gebruikt worden om
voedsel van onder bruin te laten worden.
Grill boven en onder
Gelijktijdig onder en boven grillen. Deze
combinatie is geschikt voor het afbakken
van toasts, quiches en gehaktburgers.
Combiwerking-1 magnetron en
grill boven
Combiwerking-2 magnetron en
grill onder
Bij deze functie kunt u verschillende
vermogens van de magnetron combineren
met de grill boven of onder.
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
P = Power (vermogen)
W = watt
AUTO DEF = Ontdooiprogramma
AUTO COOK = Automatisch
bereidingsprogramma
EL = eetlepel
TL = theelepel
sn = snufje
ko = kopje
min = minuten
MAG = magnetron
kg = kilogram
g = gram
l = liter
ml = milliliter
cm = centimeter
doorsn. = doorsnede
pk = pakje
MG = microgolven
sec = seconden
DV = diepvriesproduct
msp = mespunt
125