V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE
Controleer de stevigheid en het horizontaal vlak van de
ondergrond van de installatie opdat de unit na de installatie
geen trillingen of lawaai zou veroorzaken.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
op 20 mm vanaf de bovenkant van de fundering.
C
A
B
240
955
1435
A
Afvoerzijde
B
Onderaanzicht (mm)
C
Afvoeropening
Werkzaamheden aan de afvoer
Kijk na in de combinatietabel in "Mogelijke opties" op pagina 3 of
afvoerwerkzaamheden toegelaten zijn. Wanneer u aan uw unit
afvoerwerkzaamheden mag uitvoeren en de installatieplaats vereist
dit, volg dan de onderstaande richtlijnen.
Afvoerkits voor afvoer zijn beschikbaar als optie.
Als de opstelling van de afvoerleiding vanuit de unit
moeilijkheden oplevert (als afvoerwater bijvoorbeeld op iemand
zou spatten), zorg dan voor afvoer via een afvoeraansluitstuk
(los verkrijgbaar).
Controleer of de afvoer goed werkt.
Als de afvoeropeningen
LET OP
van de unit geblokkeerd
worden door de installatie-
basis of het oppervlak van
de vloer, moet u de unit
hoger plaatsen zodat er
een vrije ruimte van meer
dan 100 mm onder de unit
ontstaat.
E(D/B)(H/L)Q011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW51121-1A
C
240
Installatiemethode ter voorkoming van kantelen
Indien het risico bestaat dat de eenheid gaat kantelen, installeer
deze dan zoals in de afbeelding is aangegeven.
breng lussen aan in de 4 kabels, zoals aangeduid op de
tekening
schroef het bovendeksel los op de 4 punten die met A en B zijn
aangeduid
steek de schroeven door de lussen en schroef ze goed vast
A
A
C
A
Plaats van de 2 bevestigingspunten aan de voorzijde van de unit
B
Plaats van de 2 bevestigingspunten aan de achterzijde van de unit
C
Kabels: lokaal te voorzien
Ruimte voor onderhoud van de installatie
De cijfers in de afbeeldingen geven de afmetingen aan in mm.
(Zie "Voorzorgsmaatregelen bij de installatie" op pagina 5)
Voorzorgsmaatregel
(A) In geval van niet-gestapelde installatie (Zie afbeelding 1)
Obstakel aanzuigkant
Obstakel afvoerkant
Obstakel linkerkant
Obstakel rechterkant
Obstakel bovenkant
(B) In geval van gestapelde installatie
1.
In geval van obstakels voor de uitlaatzijde.
A
≥1000
B
Obstakel aanwezig
1
Sluit de onderkant van
het installatieframe in dit
geval af om te
voorkomen dat de
uitgeblazen lucht
ontsnapt
2
In deze gevallen kunt u
slechts 2 units
installeren.
Deze toestand is niet
toegelaten
Montagehandleiding
5