•
Gebruik de trimmerkop om gras te maaien.
(Fig. 35)
•
Houd de snijtanden van het blad goed geslepen om
het risico op ongevallen te verkleinen.
(Fig. 36)
•
Controleer de snijuitrusting op beschadiging en
scheuren. Vervang de snijuitrusting indien deze
beschadigd is.
•
Gebruik snijuitrustingen alleen samen met
aanbevolen beschermkappen voor snijuitrustingen.
Accessoires op pagina 132 .
Zie
Trimmerkop
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat
de trimmerdraad strak en gelijkmatig rond de
trommel is gewikkeld om schadelijke
trillingen te voorkomen.
(Fig. 37)
•
Gebruik alleen aanbevolen trimmerkoppen en
trimmerdraden.
•
Gebruik alleen de aanbevolen snijuitrusting.
•
Kleinere machine hebben over het algemeen kleine
trimmerkoppen nodig en omgekeerd.
•
De lengte van de trimmerdraad is belangrijk. Een
langere draad vereist een groter motorvermogen dan
een korte, ook al is de diameter van de draad even
groot.
•
Zorg ervoor dat het mes dat op de
trimmerbeschermkap zit, niet beschadigd is.
Hiermee wordt de trimmerdraad op de juiste lengte
gesneden.
•
Om de levensduur van de trimmerdraad te
verlengen, kunt u deze een paar dagen in water
weken voorafgaand aan gebruik.
Grasmaaibladen en grasmessen
•
Gebruik het product met een goedgekeurd
grasmaaiblad. Gebruik geen grasmaaiblad zonder
dat de overige vereiste onderdelen naar behoren zijn
aangebracht. Zorg dat de installatie op de juiste
manier is uitgevoerd en dat de juiste onderdelen zijn
gebruikt. Door een onjuiste installatie kan het blad
worden weggeslingerd en ernstig letsel toebrengen
aan de gebruiker en/of omstanders.
•
Draag beschermende handschoenen wanneer u het
blad hanteert of daar onderhoudswerkzaamheden
aan uitvoert.
•
Gebruik hoofdbescherming wanneer u een product
met een grasmaaiblad gebruikt.
•
Grasmaaibladen en grasmessen worden gebruikt
om ruw gras te maaien.
•
Een grasmaaiblad kan letsel veroorzaken als het
nog draait nadat de motor wordt uitgeschakeld of de
gashendel wordt losgelaten. Zorg ervoor dat het
1228 - 001 - 12.07.2019
grasmaaiblad volledig tot stilstand is gekomen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Schakel de motor uit voordat u werkzaamheden aan
de snijuitrusting uitvoert. Zorg ervoor dat de
snijuitrusting volledig tot stilstand komt. Koppel de
kabel van de bougie los.
•
Gebruik alleen een goedgekeurde snijuitrusting of
een juist geslepen blad.
•
Houd de snijtanden van het blad goed en juist
geslepen.
•
Gebruik nooit beschadigde snijuitrusting.
•
Bevestig de transportbeveiliging op het
grasmaaiblad wanneer u het product vervoert of
opslaat.
Brandstofveiligheid
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
•
Meng de brandstof niet binnenshuis of in de buurt
van een warmtebron.
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
•
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
•
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
•
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
•
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
•
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
123