MONTAGE VAN DE HANDGREEP
Draai de 4 schroeven uit de meegeleverde handgreep.
Plaats de onderschotel van de handgreep over de rub-
berhuls die reeds aan de steel zit. De rubberhuls is
bedoeld om trillingen te dempen, die bij het werken
met de trimmer optreden. Het wat langere deel van de
onderschotel van de handgreep wijst daarbij naar de
linkerkant van de steel. Plaats nu het bovenste deel
van de greep op de onderschotel van de handgreep en
schroef ze beide vast met de 4 bijbehorende schroe-
ven. Monteer de greep zo op de steel dat de afstand
van de achterste tot de voorste handgreep minimaal
25 cm bedraagt.
REGELS VOOR VEILIG GEBRUIK
WAARSCHUWING
Alle modellen trimmers en bosmaaiers kunnen kleine
stenen, stukjes metaal of andere kleine voorwerpen
alsmede maaigoed in het rond slingeren. Lees daarom
de volgende voorschriften voor een veilig gebruik van
het apparaat, zorgvuldig door. Hou rekening met de
aanwijzingen die in uw gebruikershandboek staan.
Lees het gebruikershandboek zorgvuldig door. Maakt
u zichzelf vertrouwd met de besturingselementen en
met het op correcte wijze gebruiken van het apparaat.
Leer hoe u het apparaat kunt afremmen en de motor
kunt uitschakelen. Lees verder hoe u het omgehangen
apparaat snel kunt afhaken. Geef niemand toestem-
ming om het apparaat te gebruiken, zonder dat hij of
zij tevoren goed op de hoogte is gebracht van de wer-
king van het apparaat. Zorg ervoor dat de bediener de
juiste veiligheidsuitrusting draagt voor voeten, benen,
gezicht en gehoor. Ga er niet vanuit dat de bescherm-
kap alleen uw ogen tegen rondvliegende objecten be-
schermt. Houd toeschouwers, kinderen en huisdieren
uit de buurt van uw werkterrein. Geef kinderen nooit
de gelegenheid om met het apparaat te werken of te
spelen. Sta andere personen niet toe om de GEVA-
RENZONE te betreden. De gevarenzone is een zone
met een actieradius van 15 meter (ongeveer 16 stap-
pen) rondom de bediener van het apparaat.
Sta erop dat personen in de RISICOZONE buiten de
GEVARENZONE een veiligheidsbril dragen om zich
tegen rondvliegende voorwerpen te beschermen.
Wanneer het apparaat op plaatsen moet worden ge-
bruikt alwaar zich onbeschermde personen ophouden,
werkt u dan met een laag toerental, om het risico van
rondvliegende voorwerpen te verminderen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als de
STOP-schakelaar goed werkt.
Controleer bij wijze van routine regelmatig of het maai-
GEVAAR
werktuig stopt met draaien, zodra de motor stationair
loopt.
WAARSCHUWING
Buiten de veiligheidsuitrusting voor hoofd, ogen,
gezicht en gehoor, dient u ook slipvaste veiligheids-
schoenen te dragen, die uw steun op een glibberige
ondergrond verbeteren. Draag geen stropdassen,
sieraden of wijdvallende kleding, die in het apparaat
vast zouden kunnen komen te zitten. Draag geen open
schoenen en werk nooit blootsvoets of met blote be-
nen. In bepaalde situaties moet u totale gezichts- en
hoofdbescherming dragen. Wees alert op terugslag en
stoten van het apparaat.
IN DER GEFAHRENZONE, D.H. IM UMKREIS VON
IN DE GEVARENZONE, D.W.Z. IN EEN CIRKEL
VAN 15 METER RONDOM DE BEDIENER, MAG
ZICH –MET UITZONDERING VAN DE BEDIENER
VAN HET APPARAAT- NIEMAND OPHOUDEN. DE
BEDIENER MOET EEN VEILIGHEIDSUITRUSTING
VOOR OGEN, GEHOOR, GEZICHT, VOETEN EN
BENEN DRAGEN. PERSONEN DIE ZICH BINNEN
DE GEVARENZONE OF BINNEN DE RISICOZONE
BUITEN DE GEVARENZONE BEVINDEN, DIENEN
TER BESCHERMING TEGEN RONDVLIEGENDE
VOORWERPEN, EEN VEILIGHEIDSBRIL TE DRA-
GEN. HET RISICO WORDT KLEINER NAARMATE
MEN ZICH VERDER UIT DE BUURT VAN DE GEVA-
RENZONE BEVINDT.
MAAIEN MET DE DRAADSNIJKOP
WAARSCHUWING
DRAADMES
Gebruik altijd de beschermkap met draadmes, wan-
neer u met de draadsnijkop werkt. De snijdraad kan
anders in het rond slaan, wanneer hij te lang is.
NL-5
GEVAAR
GEVARENZONE
GEVAAR