In normale omstandigheden hebben de AUTOCLAAFPOMPEN FLOTEC geen enkel onderhoud nodig. Om mogelijke
storingen te voorkomen raadt men aan om regelmatig de geleverde druk en de stroomopname te controleren. Een
afname van de druk is een teken van slijtage van de electrische pomp. Zand en andere bijtende materialen in de
vloeistof in de uitgaande leiding veroorzaakt een snelle slijtage en een vermindering van de prestaties. In dit geval
wordt een filter aangeraden, de keuze van het filterpatroon is afhankelijk van de toestand. Een verhoging van de
stroomopname is een teken van abnormale mechanische in de pomp en/of in de motor.
Om mogelijke storingen te voorkomen raadt men aan regelmatig de eigen druk van het reservoir te controleren. Haal
de pomp van het voedingsnet af en open een gebruiker (kraan) zodat het systeem niet meer onder druk staat. Daarna
moet men de eigen druk via de klep de achterkant van het reservoir meten met een manometer. De druk moet 1,5 bar
worden, indien noodzakelijk verbeteren.
In het geval dat de electrische pomp voor een lange periode ongebruikt moet blijven (bijvoorbeeld een heel jaar), raadt
men aan hem helemaal te legen (door het openen van de loosdop, zie fig. 1 n. 10), de pomp te spoelen met schoon
water en op te bergen op een droge plaats en veilig voor de vorst.
PROBLEEM
1) DE POMP POMPT GEEN
WATER, DE MOTOR DRAAIT
NIET
2) DE MOTOR DRAAIT, MAAR
DE POMP POMPT GEEN
VLOEISTOF
3) DE POMP STOPT NA EEN
TIJD DOOR INGRIJPEN VAN
DE THERMISCHE
MOTORBESCHERMER
4) DE POMP START VAAK OP
EN KOMT DAN WEER TOT
STILSTAND
5) DE ELECTRISCHE POMP
BEREIKT DE GEWENSTE
DRUK NIET
6) DE ELECTRISCHE POMP
LOOPT VOORTDUREND
Indien men dit alles heeft uitgevoerd en de storing is nog niet verholpen, dan moet men zich te wenden tot de klantendienst.
MOGELIJKE OORZAAK
1) Gebrek aan elektrische
energie.
2) Ingrijpen motorbescherming.
3) Condensator kapot.
4) As geblokkeerd.
5) Drukregelaar foutief
geïnstalleerd of beschadigd.
1) Het pomplichaam is niet
gevuld.
2) Ingang lucht door de
aanzuigslang.
3) Aanzuighoogte te groot voor de
pomp.
1) Elektrische voeding niet
volgens de gegevens van het
typeplaatje.
2) Een vast deeltje heeft het
pomprad geblokkeerd.
3) Vloeistof te dik.
4) Vloeistof of omgeving te warm.
1) Membrana van het reservoir
beschadigd.
2) Te weinig perslucht in het
reservoir.
3) Bodemklep van de
aanzuigslang geblokkeerd en
niet lekdicht.
1) Stopdruk van de drukregelaar
is te laag.
2) Luchtingang in de
aanzuigslang.
1) Afstelling maximale druk te
hoog.
2) Luchtingang in de
aanzuigslang.
1) Controleer of er spanning is en of de steker er
goed ingestoken is.
2) Controleer de oorzaak en zet de schakelaar weer
aan. Indien de thermoregelaar is ingegrepen dan
wachten dat het systeem af is gekoeld.
3) Neem contact op met de klanten servicedienst.
4) De oorzaak nagaan en de pomp vrijmaken.
5) Neem contact op met de klanten servicedienst.
1) Het apparaat stopzetten en het pomplichaam vullen
met water, door de vuldop (fig. 1, n. 9).
2) Controleer dat: a) de aansluitstukken lekdicht zijn
- b) het vloeistofniveau niet is gedaald onder de
bodemklep - c) de bodemklep lekdicht is en niet
geblokkeerd - d) er langs de aanzuigbuizen geen
zwanehalzen, hellingen naar boven of
vernauwingen zijn.
3) Controleer en verminder de aanzuighoogte, of
gebruik een apparaat met meer geschikte
eigenschappen.
1) De spanning op de geleiders van de
voedingskabel controleren.
2) Demonteer en reinig de electrische pomp.
3) Verdun de gepompte vloeistof.
4) Elimineer de oorzaak van de storing, wacht tot
de pomp is afgekoeld en start hem weer op.
1) Laat het membraan of het reservoir door
gespecialiseerde personeel vervangen.
2) Vul het reservoir door de klep van de uitgaande
leiding met lucht, tot een druk van 1,5 bar.
3) Demonteer en reinig de klep of vervang hem,
indien noodzakelijk.
1) Neem contact op met de klantenservice.
2) Zie punt 2.2.
1) Neem contact op met de klanten servicedienst.
2) Zie punt 2.2.
Let op. De vloeistof kan warm worden. Gevaar
voor brandwonden!
5
NL
NL
REMEDIE
35