9.
Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
10. Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog
in bedrijf is. Bedien het gereedschap alleen wan-
neer u het met beide handen vasthoudt.
11. Richt het gereedschap tijdens het gebruik niet
op personen die zich in de nabije omgeving
bevinden. De boor zou kunnen losraken en ern-
stige verwondingen veroorzaken.
12. Raak de boor of onderdelen in de nabije omge-
ving van de boor niet aan onmiddellijk na het
gebruik; deze kunnen erg heet zijn en brandwon-
den veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker ervan uit het stopcontact is verwijderd vooral-
eer u begint met afstelling of onderhoud van het
gereedschap.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 1)
LET OP:
• Alvorens de machine op een stopcontact aan te sluiten,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij het loslaten naar de "OFF" positie terug-
keert.
Om de machine te starten, drukt u gewoon de trekscha-
kelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt ingedrukt,
hoe sneller de machine draait. Om de machine uit te
schakelen, de trekschakelaar loslaten. Voor continuë
werking, drukt u de trekschakelaar in en dan drukt u de
vastzetknop in. Om de machine vanuit deze vergren-
delde stand te stoppen, de trekschakelaar volledig
indrukken en deze dan loslaten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens de machine
te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen. Indien u de draairich-
ting verandert voordat de machine is gestopt, kan de
machine beschadigd raken.
• Wanneer u het gereedschap in linkse draairichting
gebruikt, kan de trekschakelaar alleen tot halverwege
worden ingedrukt en draait het gereedschap op halve
snelheid. Voor linkse draairichting kunt u de vergren-
delknop niet indrukken.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Beweeg de omkeer-
schakelaar naar de positie
draairichting, of naar de positie
draairichting.
20
D
(kant A) voor rechtse
E
(kant B) voor linkse
Kiezen van de bedieningsfunctie (Fig. 3)
Voor Model HR2445
Dit gereedschap heeft een omschakelknop. Gebruik
deze knop voor het kiezen van een van de twee bedie-
ningsfuncties die geschikt is voor uw werk. Voor roteren
alleen, draai de knop zodanig dat het pijltje op de knop
m
naar het
symbool op het lichaam van het gereedschap
wijst. Voor roteren met hameren, draai de knop zodanig
dat het pijltje op de knop naar het
lichaam van het gereedschap wijst.
LET OP:
• Zet de knop altijd volledig op het gewenste symbool.
Indien u het gereedschap gebruikt met de knop halver-
wege tussen de twee symbolen geplaatst, kan het
gereedschap beschadigd raken.
Voor Model HR2455
LET OP:
• Wijzig de positie van de omschakelknop niet terwijl het
gereedschap nog belast draait, aangezien het gereed-
schap daardoor beschadigd zal raken.
• Om vroegtijdige slijtage van het wisselmechanisme te
voorkomen, dient u de omschakelknop altijd juist op
een van de drie werkingsposities te zetten.
Boren plus hameren (Fig. 4)
Voor boren in beton, metselwerk e.d., drukt u de vergren-
delknop in en draait u de werkingskeuzeknop zodat de
H
wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een boor met
een wolfraamcarbide punt.
Alleen hameren (Fig. 5)
Voor beitelen, afbikken of slopen, drukt u de vergrendel-
knop in en draait u de werkingskeuzeknop zodat de wij-
g
zer naar het
symbool wijst. Gebruik een puntbeitel,
koudbeitel, bikbeitel, enz.
Alleen boren (Fig. 6)
Voor boren in hout, metaal of kunststof, drukt u de ver-
grendelknop in en draait u de werkingskeuzeknop zodat
m
de wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een spiraal-
boor of een houtboor.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de boor
ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hierdoor helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Gatenzagen kunnen met dit gereedschap niet worden
gebruikt. Deze lopen of klemmen gemakkelijk vast in
het boorgat, zodat de koppelbegrenzer te vaak in wer-
king zal worden gesteld.
H
symbool op het