Alarmsignalen Herkennen - Dräger X-am 2500 Instrucciones De Uso

Bedrijf
In de configuratie-instelling "Methaan" wordt er geen blokkeeralarm
gegenereerd als het meetbereik wordt overschreden, aangezien de
eenduidigheid van de weergave voor methaan met behulp van een
afzonderlijke meting van het warmtegeleidingsvermogen is gewaarborgd.
WAARSCHUWING
!
Na blootstelling aan concentraties boven 100 % LEL kunnen
er onjuiste waarden
weergegeven. Controleer voor verder gebruik van het
apparaat binnen het concentratiebereik 0 tot 100 % LEL het
nulpunt en de gevoeligheid en stel deze eventueel bij.
Als in de Dräger X-am 2500 een CatEx-sensor wordt
gebruikt, moeten na een stootbelasting, die leidt tot een van
nul afwijkende weergave in de verse lucht, het nulpunt en de
gevoeligheid worden afgesteld.
Na een kortstondige meetbereikoverschrijding van de TOX-meetkanalen
(tot maximaal een uur) is controle van de meetkanalen niet nodig.
90
van het CatEx-kanaal worden
4.6

Alarmsignalen herkennen

Het alarm wordt optisch, akoestisch en door vibratie volgens het
aangegeven tijdspatroon weergegeven.
4.6.1 Concentratie-vooralarm A1
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van A1 en de meetwaarde. Niet voor O

Het vooralarm A1 is niet zelfhoudend en verdwijnt als de

concentratie is gedaald tot onder de alarmgrens A1.
Bij A1 klinkt een enkele toon en de alarm-LED knippert.

Bij A2 klinkt een dubbele toon en de alarm-LED knippert dubbel.

Vooralarm bevestigen: Druk op de OK-toets, alleen het

akoestische alarm en het vibratiealarm worden uitgeschakeld.
4.6.2 Concentratie-hoofdalarm A2
WAARSCHUWING
!
Levensgevaar! De zone direct verlaten. Een hoofdalarm is
zelfhoudend en kan niet worden bevestigd.
Onderbroken alarmmelding:
Afwisselende weergave van A2 en de meetwaarde.

Voor O : A1 = zuurstoftekort
2
A2 = zuurstofoverschrijding
Pas na het verlaten van de plaats, wanneer de concentratie is gedaald
tot onder de alarmgrens:
Druk op de OK-toets, de alarmmeldingen worden uitgeschakeld.

!
2
Dräger X-am 2500