2.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Werkzone
• Gebruik de machine niet in
omgevingen met gevaar op
ontploffing, in aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen,
gas of stof. De elektrische
gereedschappen genereren
vonken die stof of dampen
kunnen doen ontvlammen.
• Enkel bij daglicht of met goed
kunstmatig licht en bij goede
zichtbaarheid reinigen.
• Verwijder personen, kinderen
en dieren uit de werkzone. De
kinderen moeten onder toezicht
van een andere volwassene
staan.
• Controleer of andere personen
zich op minstens 15 meter
afstand van de actieradius van
de machine bevinden, of op
minstens 30 meter in geval van
zwaardere werkzaamheden.
• Werk niet op nat gras, bij regen
of bij risico op onweer, in het
bijzonder wanneer er kans op
bliksem bestaat.
• Vermijd zoveel mogelijk te
werken op een natte of glibberige
grond, of in ieder geval op te
oneffen of steile terreinen die
de stabiliteit van de bediener
tijdens het werken niet kunnen
garanderen.
• Stel de machine niet bloot aan
regen of vochtige omgeving.
Water dat in gereedschap sijpelt,
verhoogt het risico op elektrische
schokken.
• Let bijzonder goed op de onre-
gelmatigheden van het terrein
(drempels, geulen), op de hellin-
gen, op verborgen gevaren en op
de aanwezigheid van eventuele
hindernissen die de zichtbaarheid
zouden kunnen beperken.
• Wees zeer voorzichtig nabij
ravijnen, grachten of dijken.
• Werk op een helling dwars en
nooit in de richting stijging/daling,
let goed op bij de veranderingen
van richting, controleer uw
steunpunt goed en blijf steeds
onder de snij-inrichting.
• Let goed op het verkeer, wanneer
de machine dicht bij de straat
gebruikt wordt.
Gedrag
• Tijdens het werk moet de
machine altijd met beide handen
vastgenomen worden, met de
motor rechts van het lichaam en
de snijgroep onder het niveau van
de riem. Strek de armen niet te
ver uit.
• Voorkom met het lichaam in
contact te komen met geaarde
oppervlakken, zoals buizen,
radiatoren, keukens of koelkasten.
Het risico voor elektrische
schokken vermindert wanneer het
lichaam geaard is.
• Neem tijdens het gebruik een
vaste en stabiele positie aan en
wees altijd voorzichtig.
• Loop nooit, maar stap.
• Zorg ervoor dat de machine
tijdens het werk altijd vastgehaakt
is aan het draagstel.
• Houd altijd de handen en voeten
ver van de snij-inrichting, zowel
wanneer de motor gestart wordt
als tijdens het gebruik van de
machine.
• Let op: het snij-element blijft
gedurende enkele seconden
na zijn afkoppeling of na
uitschakeling van de motor
draaien.
• Let op eventueel materiaal dat
door de beweging van de snij-
inrichting wegspringt.
• Let erop niet hard met de
snij-inrichting tegen vreemde
NL - 3