2. Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is vervaardigd en getest volgens de voorschriften:
DIN VDE 0411 deel 1/EN 61010-1
DIN VDE 0411 deel 2-033/EN 61010-2-033
DIN VDE 0411 deel 031/EN 61010-031
en heeft, vanuit een veiligheidstechnisch oogpunt, de fabriek verlaten in een
perfecte staat. Om deze staat te handhaven en om zeker te zijn van gebruik
zonder gevaar, dient de gebruiker goed te letten op de aanwijzingen en waar-
schuwingen zoals aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Een verkeerd ge-
bruik en niet-naleving van de waarschuwingen kan ernstig letsel of de dood
tot gevolg hebben.
Wees extreem voorzichtig tijdens het werken met blanke
draden of hoofdleidingen. Contact met spanningsvoerende lei‑
dingen kan elektrocutie veroorzaken.
De BENNING MM 1‑1/ 1‑2/ 1‑3 mag alleen worden gebruikt in
elektrische circuits van overspanningscategorie II met max.
1000 V ten opzichte van aarde of overspanningscategorie III
met 600 V ten opzichte van aarde.
Gebruik alleen passende meetsnoeren voor deze. Bij metingen
binnen de meetcategorie III mag het uitstekende geleidende ge‑
deelte van een contactpunt op de veiligheidsmeetleidingen niet
langer zijn dan 4 mm.
Voor metingen binnen de meetcategorie III moeten de bij de set
gevoegde, met CAT III en CAT IV aangeduide opsteekdoppen
op de contactpunten worden gestoken. Deze maatregel dient
ter bescherming van de gebruiker.
Bedenk dat werken aan installaties of onderdelen die onder
spanning staan, in principe altijd gevaar kan opleveren. Zelfs
spanningen vanaf 30 V AC en 60 V DC kunnen voor mensen al
levensgevaarlijk zijn.
Elke keer, voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
moet het worden gecontroleerd op beschadigingen. Ook de
veiligheidsmeetsnoeren moeten gecontroleerd te worden.
Bij constatering dat het apparaat niet meer zonder gevaar kan worden gebruikt,
mag het dan ook niet meer worden ingezet, maar zodanig worden opgeborgen
dat het, ook niet bij toeval, niet meer gebruikt kan worden.
Ga ervan uit dat gebruik van het apparaat zonder gevaar niet meer mogelijk is:
-
bij zichtbare schade aan de behuizing en/ of meetsnoeren van het apparaat
-
als het apparaat niet meer (goed) werkt
-
na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden
-
na zware belasting of mogelijke schade ten gevolge van transport of onoor-
deelkundig gebruik,
-
het apparaat of de meetleidingen vochtig zijn.
Om gevaar te vermijden
‑
mogen de blanke meetpennen van de veiligheidsmeets‑
noeren niet worden aangeraakt
‑
moeten de meetsnoeren op de juiste contactbussen van de
multimeter worden aangesloten.
3. Leveringsvoorschriften
Bij de levering van de BENNING MM 1-1/1-2/1-3 behoren:
3.1 één BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
3.2 één veiligheidsmeetsnoer, rood (L = 1,4 m)
3.3 één veiligheidsmeetsnoer, zwart (L = 1,4 m)
3.4 één meetadapter met temperatuursensor type K (BENNING MM 1-3)
3.5 één rubberen beschermhoes
3.6 één compactbeschermingsetui
3.7 twee ingebouwde 1,5 V micro batterijen
3.8 één ingebouwde zekering ( BENNING MM 1-2/ 1-3)
3.9 één gebruiksaanwijzing
Opmerking t.a.v. aan optionele toebehor (BENNING MM 1-3):
-
Temperatuurvoeler (K-type) gemaakt van V4A-buis
Toepassing: Voeler voor weekplastic, vloeistoffen, gas en lucht
Meetbereik: - 196 °C tot + 800 °C
03/ 2019
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
110