Montage-Instructies - MIRKA MR-510TH Instrucciones De Manejo

OPMERKING: Om te kunnen genieten van een expliciete of impliciete garantie, moet het apparaat hersteld worden door een
goedgekeurd Mirka Service Center. De volgende algemene onderhoudsinstructies mogen enkel opgevolgd worden nadat de garantieter-
mijn verstreken is.
INSTRUCTIES VOOR DEMONTAGE
Demontage van de motor:
Houd om beschadiging van de motor te voorkomen de juiste
volgorde aan:
1. Verwijder de (24) pad met de (23) overeenkomstige sleutel 24
mm.
2. Verwijder de (12) sluitring met de (MPA0025) T-6 moersleutel
voor de sluitringen van de motor /spindeltrekker. De motoras-
semblage en sluitring kunnen nu uit de (33) behuizing worden
getild.
3. Verwijder de sluitring en de (5) O-ring uit de cilinder.
4. Verwijder de (3) achterste eindplaat. Hiervoor kan het nodig zijn
de (3) achterste eindplaat te ondersteunen met een apparaat
dat de lagers scheidt en dan de as lichtjes door de (2) lager en
de (3) achterste eindplaat te drukken. Verwijder de (4) cilinder,
de vijf (7) bladen en de (6) rotor uit de as van de stabilisa-
tor. Verwijder de (9) spie en duw dan de (10) plaat aan de
voorzijde, de (12) O-ring en de (13) sluitring weg (met (11) het
lager). Het kan nodig zijn het (11) lager te verwijderen met een
apparaat dat de lagers scheidt als deze samen met de as en
de stabilisator mee uit de plaat aan de voorzijde kwam.
5. Haal de stofkap (69) van de balansas (13).
6. Verwijder de lagers uit de eindplaten door middel van het
apparaat (MPA0036) T-8 Bearing Removal Tool om lagers uit
te drukken
Demontage van de asstabilisator en spindel:
1. Maak met een dunne schroevendraaier de gegroefde kant van
de (22) bevestigingsring los en verwijder de ring.
2. Schroef de schroefdraad van de (MPA0025) moersleutel voor
motorsluitringen / spindeltrekker handvast in de (21) spindel.
Verhit de grootste kant van de asstabilisator zachtjes met
propaangas of een heteluchtpistool tot de temperatuur on-
geveer 100° C (212° F) bereikt, en dit om de lijm te verzachten.
Oververhit het onderdelen niet. Verwijder de spindelassem-
blage door de schuif te gebruiken om de spindelassemblage
naar buiten te trekken. Laat de onderdelen afkoelen tot ze weer
veilig zijn om vast te nemen. Tik de spindelassemblage er niet
uit met de T-6 Motorsluitring moersleutel/spindeltrekker omdat
dit het lager kan beschadigen.
3. De AirSHIELD™ componenten worden op hun plaats
gehouden door de zachte druk van de (16) houder. Deze
componenten kunnen bij verwijdering beschadigd worden
en het is mogelijk dat ze na demontage weggegooid moeten
worden. Om de (17) houder te verwijderen, gebruik een O-ring
haakje of een #8 metalen schroef om de houder te grijpen
en los te trekken. Verwijder de (16) klep en (15) filter uit het
boorgat van de asstabilisator. Als de (17) houder en de (16)
klep niet werden beschadigd, kunnen ze terug gebruikt worden.
De filter dient echter vervangen te worden wanneer alles weer
gemonteerd wordt.
4. Verwijder de (17) bevestigingsring uit de (21) spindelassem-
blage.
5. Verwijder de(18) lager van de (21) spie. Verwijder vervolgens
het (19) vulstuk, de (70) stofkap en het (20) leertje van de spie.
Trek daarna de stofkap er uit.
Demontage van de behuizing
1. Draai de (25) schroefpluggen en/of de (50) handel (indien
aanwezig) los uit de (33) behuizing.
2. Verwijder de (31) Hanger en (32) afstandsring. (indien aan-
wezig)
3. Monteer de (56) bevestigingsring. De (55) begrenzer (met
(54) O-ring) is nu zonder probleem uit de (33) behuizing
te halen. Gebruik een O-ringpaktang om de O-ring uit de
begrenzer te nemen.
MIRKA 12,000 RPM
125 mm (5 in.) & 150 mm (6 in.)
Excentrische Schuurmachine
Onderhoudsinstructies
4. Gebruik T-20 Torx om alle (52, 53) schroeven los te draaien.
5. Verwijder de (26, 51) behuizingen.
6. Verwijder de (27) demper en (28, 29) afsluitingen uit de behu-
izing.
6a. Voor non-vacuum (NV) machines: Verwijder de (61) achterste
eindplaat.
6b. Bij centraalsysteem voor vacuüm (CV) en zelfopwekkend
vacuüm (SGV) machines: Verwijder de (62) achterste eindp-
laat. Verwijder de slangklem van de CV/SGV eind-cap.
7. Schroef de (63) inlaatadapter van de (61, 62) eind-cap.
Verwijder de (60) dempers, (57) pakring, (58) O-Ring, en (59)
O-Ring van de eind-cap
8a. Voor NV- en CV-machines: verwijder de uitlaat (45) buis, (46)
buisklem en (47) inlaatbuis uit de motorbehuizing. Maak de
uitlaatbuis, buisklem en inlaatbuis van elkaar los.
8b. Voor SGV machines: Verwijder de (47) inlaatbuis uit de
motorbehuizing.
9. Schroef de drie (44) schroeven los uit de motorbehuizing.
10a.Voor NV- en CV-machines: verwijder het NV/CV (43) uit-
laatspruitstuk en de (41) pakking uit de motorbehuizing.
10b.Voor SGV machines: verwijder het SGV (42) uitlaatspruitstuk
en de (41) pakking uit de motorbehuizing.
11. Druk de (34) veerpen uit de (33) motorbehuizing en verwijder
de (30) gashendel.
12. Verwijder de (40) afdichting. Dit onderdeel is bij verwijdering
gevoelig voor beschadiging en moet dan vervangen worden.
13. Verwijder de (39) veer, (38) klep, (37) klephouder en de
(35) klepsteel uit de (33) motorbehuizing. Gebruik een O-
ringpaktang om de O-ring uit de klepsteel te nemen.
14. Verwijder de (36) mouw uit de (33) motorbehuizing.
15. Verwijder de (48, 49) sluier uit de (33) motorbehuizing.
MONTAGE INSTRUCTIES
NB: Alle montage moet uitgevoerd worden wanneer de on-
derdelen schoon en droog zijn. Alle lagers moeten op hun plaats
geduwd worden met de juiste werktuigen en procedures zoals
beschreven door de fabrikant van de lagers.
Montage van de behuizing:
1. Druk de (36) mouw op hetzelfde niveau vast als de bovenkant
van de (33) motorbehuizing.
2. Vet de o-ring lichtjes in en plaats deze in de groef van de (35)
klepsteel. Plaats de klepsteel in de (36) mouw.
3. Monteer de (37) zitting, (38) klep en de (39) veer. Druk de
(40) afdichtingsstructuur in de (33) motorbehuizing.
4. Installeer de (30) gashendel op de (33) motorbehuizing in
combinatie met de (34) veerpin.
5. Installeer de (48, 49) sluier op de (33) motorbehuizing.
6a. Voor NV- en CV-machines: Installeer het NV/CV (43) uit-
laatspruitstuk en de (41) pakking met de drie (44) schroeven.
Stel het aandraaimoment in op 2,4-3,4 N-m (21-30 in-lbs).
Steek de (45) uitlaatpijp en de (47) inlaatpijp in de (46)
buisklem. Steek dan de uitlaatpijp in het uitlaatspruitstuk en
plaats de inlaatpijp in de (40) afdichtingsstructuur. Steek dan
de uitlaatpijp in het uitlaatspruitstuk en plaats de inlaatpijp in
de (40) afdichtingsstructuur.
6b. Voor SGV machines: Installeer het SGV (42) uitlaatspruitstuk
en de (41) pakking met de drie (44) schroeven. Stel het
aandraaimoment in op 2,4-3,4 N-m (21-30 in-lbs). Installeer
de (47) inlaatpijp in de (40) afdichtstructuur.
7. Installeer de twee (60) dempers, (58) O-ring, (57) pakring,
(59) O-ring in de (61, 62) eind-cap. Vet de o-ringen voor
installatie licht in. Lightly grease the o-rings before installation.
79