Gas-/chokehendel
Choke-A-Matic
Deze regelt het motortoerental en de choke. Zet de gas-/
chokehendel in de stand SNEL om het motortoerental te
verhogen en in de stand LANGZAAM om het motortoerental
te verlagen. Zet de gas-/chokehendel voorbij de stand SNEL,
in de stand CHOKE om een koude motor te starten. bij een
warme motor hoeft de choke eventueel niet te worden ge-
bruikt.
OPM.: Werk alleen met de zitmaaier met de gas-/chokehen-
del in de stand SNEL.
Koplampen
Deze schakelaar schakelt de koplampen van de zitmaaier in
en uit.
Achteruitmaaioptie (RMO)
Dankzij de achteruitmaaioptie is het mogelijk om te maaien
(of andere hulpstukken te gebruiken die door de PTO wor-
den aangedreven) terwijl achteruit wordt gereden. Als u
ervoor kiest om achteruit te maaien, draait u aan de RMO-
sleutel nadat de PTO is geactiveerd. Het LED-lampje
licht op en de bestuurder kan vanaf dat ogenblik achteruit
maaien. Telkens wanneer de PTO wordt geactiveerd moet
de RMO opnieuw worden geactiveerd, indien gewenst.
Aftakasschakelaar
De Aftakasschakelaar (PTO ; Power Take-Off) koppelt
uitbreidingen die door de aftakas (PTO) gebruikt worden,
aan en af. Om de PTO te activeren, trekt u de schakelaar
OMHOOG. Duw de schakelaar naar BENEDEN om de PTO
te deactiveren. Merk op dat de bestuurder stevig op de be-
stuurdersstoel van de zitmaaier moet zitten om de PTO te
laten werken.
Contact
Met de contactschakelaar wordt de motor gestart en stopge-
zet; de schakelaar kan in drie standen staan:
UIT
Zet de motor stop en schakelt het elektrische
systeem uit.
AAN
Laat de motor draaien en activeert het elektri-
sche systeem.
START
Zwengelt de motor aan om hem te doen
starten.
OPM.: Laat de contactschakelaar nooit in de stand AAN
("RUN") staan als de motor niet draait. Hierdoor wordt de accu
leeggetrokken.
nl
Snelheidspedalen
De vooruitrijsnelheid van de zitmaaier wordt geregeld met het
vooruitrijsnelheidspedaal. De achteruitrijsnelheid van de zit-
maaier wordt geregeld met het achteruitrijsnelheidspedaal.
Wanneer u een van de pedalen indrukt neemt de rijsnelheid
toe. Merk op dat hoe meer het pedaal wordt ingedrukt, hoe
sneller de zitmaaier rijdt.
Snelheidsregelaar
Worden gebruikt om de snelheid in frontale rijrichting te ver-
grendelen. De snelheidsregelaar heeft zes vergrendelposities.
Hendel om de positie van de bestuur
dersstoel aan te passen
De stoel kan vooruit of achteruit worden geschoven. Trek
aan de hendel, geef de stoel de gewenste plaats en laat de
hendel los om de stoel op die positie te vergrendelen.
Alarm: afvalbak vol
Het "afvalbak vol" alarm wordt geactiveerd wanneer de gras-
opvangzak vol met gemaaid gras is. Klinkt het geluid, koppel
dan de aftakas (PTO) af, rijd naar uw stortplaats en leeg de
afvalbak.
OPM.: Gebruikt u de verzamelaar voor het opruimen van bla-
deren, dan kan het alarm niet klinken wanneer u droge blade-
ren verzamelt.
17