Montage:
Pagina 6, 7, 8, 22
Voor de schijnwerpers gelden
wat betreft montagehoogte en
montagebreedte geen bijzondere
voorschriften.
22
De schijnwerpers kunnen staand of
hangend worden gemonteerd. De
schijnwerpers mogen niet trillen,
boven de motorkap uitsteken en
dienen symmetrisch te worden ge-
monteerd. Neem bij de montage de
in de tekening aangegeven maten
in acht. Bepaal de montagepositie
en merk de bevestigingspunten.
Met 3 mm voorboren en met 11
mm opboren.
Voorzie de geboorde metaaldelen
van een roestwerend middel.
Let er bij het monteren van de
schijnwerpers op dat de markering
"TOP" op de refl ector altijd naar
boven wijst. Richt de schijnwerper
uit zoals in de tekening is aangege-
ven en draai de schroeven vast.
Leg de kabels en sluit ze aan zoals
in het schakelschema is aange-
geven. Volgens schakelschema
worden de schijnwerpers samen
met de aanwezige vérstralers in-
geschakeld. Volgens schakelsche-
ma
II
worden de schijnwerpers
met een afzonderlijke schakelaar
bij de aanwezige schijnwerpers
ingeschakeld.
Houd u te allen tijde aan de ter
plaatse geldende wetgeving.
Verlichting controleren. Kabels
goed bevestigen.
Laat de vérstralers in de werk-
plaats afstellen.
Alleen goed afgestelde schijn-
werpers geven optimaal licht.
Elektrische aansluiting:
Pagina 9, 10, 11
Relais met aansluitklemmen
spatwaterdicht omlaag gericht
monteren. Monteer indien nodig en
wettelijk toegestaan een scha-
kelaar in het dashboard.
Gloeilamp vervangen:
Afb. pagina 12
Vervang de gloeilamp zoals in de
tekening is aangegeven. Raak de
I
gloeilamp niet met blote vingers
aan! Gebruik een papieren doekje
of iets dergelijks.
Veiligheidsvoorschriften:
Schakel schijnwerpers voord at
u een lamp vervangt altijd uit en
ontkoppel de voeding.
BELANGRIJK!
Het voorschakelapparaat mag
nooit zonder lamp worden
ingeschakeld, omdat dit tot
gevaarlijke spanningsoverslag
kan leiden in de stekker. Dit kan
schade veroorzaken.