11. Houd een afstand van minimaal 15 meter aan tot andere
personen.
Bij het werken met meerdere personen dient u meer
dan 15 meter uit elkaar te staan.
○ Rondvliegende delen kunnen personen raken of een
ander ongeluk veroorzaken.
○ Leg een waarschuwingsfl uitje enz. klaar en vertel
andere werkers dat u dit gebruikt om hen bij gevaar te
waarschuwen.
12. Zorg voor het volgende voordat u staande bomen
omzaagt:
○ Bepaal een veilige ontsnappingsplaats voordat u de
boom omzaagt.
○ Verwijder vooraf obstakels (bijv. takken en struiken).
○ Gebaseerd op een grondige beoordeling van de
toestand van de boom die u gaat omzagen (zoals de
vorm van de stam en de dichtheid van de takken) en
de omringende situatie (bijv. andere bomen in de buurt,
de aanwezigheid van obstakels, het terrein, de wind),
bepaalt u de richting waarin de staande boom gaat
omvallen en besluit dan de omzaagprocedure.
Roekeloos omzagen kan resulteren in letsel.
13. Zorg voor het volgende wanneer u staande bomen
omzaagt:
○ Tijdens het werk goed opletten in welke richting de
boom kan gaan omvallen.
○ Bij het werken op een helling ervoor zorgen dat de boom
niet kan gaan rollen en altijd vanaf de hellingopwaartse
zijde van het terrein werken.
○ Wanneer de boom begint om te vallen, schakelt u het
gereedschap uit, waarschuwt de omgeving en gaat dan
onmiddellijk naar een veilige plaats.
○ Als de zaagketting of het zwaard tijdens het werk in de
boom vast komt te zitten, schakelt u het gereedschap
uit en gebruikt dan een wig.
14. Als de prestatie van het gereedschap tijdens het werk
afneemt of als u een abnormaal geluid of trillingen
waarneemt, schakelt u het gereedschap meteen uit
en stopt met het gebruik, waarna u het gereedschap
voor inspectie of reparatie naar een offi cieel Hitachi
servicecentrum brengt.
Als u doorgaat met het gebruik, bestaat er kans op letsel.
15. Als u het gereedschap per ongeluk laat vallen of als dit
aan schokken wordt blootgesteld, moet u zorgvuldig op
beschadigingen en barsten controleren en kijken of het
gereedschap niet vervormd is.
Als het gereedschap beschadigd, gebarsten of
vervormd is, bestaat er kans op letsel.
16. Wanneer het gereedschap in een auto wordt vervoerd,
maakt u het stevig vast om te voorkomen dat het gaat
schuiven.
Anders bestaat er kans op een ongeluk.
17. Schakel het gereedschap niet in terwijl de kettingkast is
aangebracht.
Dit zou kunnen resulteren in letsel.
18. Controleer of er geen spijkers of andere vreemde
voorwerpen in het materiaal zijn.
Als de zaagketting tegen een spijker enz. slaat, kan dit
resulteren in letsel.
19. Om te voorkomen dat het zwaard in het materiaal vast
komt te zitten bij het werken op een rand of als gevolg
van het gewicht van het materiaal tijdens het zagen,
kunt u een steun aanbrengen dicht bij de zaagpositie.
Als het zwaard komt vast te zitten, kan dit resulteren in
letsel.
20. Als het gereedschap na gebruik wordt vervoerd of
opgeborgen, verwijdert u de zaagketting of brengt u de
kettingafdekking aan.
Als de zaagketting in contact komt met uw lichaam, kan
dit resulteren in letsel.
21. Verzorg het gereedschap zorgvuldig.
○ Om ervoor te zorgen dat het werk veilig en effi ciënt kan
worden uitgevoerd, moet u de zaagketting zorgvuldig
verzorgen zodat deze een optimale zaagprestatie blijft
leveren.
○ Volg de instructies in de gebruiksaanwijzing voor
het vervangen van de zaagketting of het zwaard, het
onderhoud van de buitenkant, het bijvullen van olie enz.
22. Breng het gereedschap naar de winkel om het te laten
repareren.
○ Probeer geen wijzigingen in het product aan te brengen,
aangezien het bij afl evering aan alle voorgeschreven
veiligheidsnormen voldoet.
○ Laat alle reparaties door een offi cieel Hitachi
servicecentrum uitvoeren.
Wanneer u het gereedschap zelf probeert te repareren,
kan dit resulteren in een ongeluk of letsel.
23. Berg het gereedschap zorgvuldig op wanneer dit niet
wordt gebruikt.
Tap de kettingolie af en berg het gereedschap op een
droge plaats op, buiten het bereik van kinderen of in
een afgesloten kast.
24. Als het waarschuwingslabel niet meer zichtbaar is of
als het afgeschilderd is of op andere wijze onleesbaar
is geworden, moet u een nieuw waarschuwingslabel
aanbrengen.
Neem voor een nieuw waarschuwingslabel contact op
met een offi cieel Hitachi servicecentrum.
25. Neem tijdens de werkzaamheden alle plaatselijke
wetgeving en bepalingen in acht.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR ACCU EN
LADER
1. Laad de batterij bij een temperatuur van 0°C – 40°C.
Als de accu bij een temperatuur buiten 0 – 40°C wordt
opgeladen, is het mogelijk dat het opladen niet juist
geschiedt en kan de levensduur van de accu korter
worden.
De meest geschikte temperatuur is tussen de 20°C –
25°C.
2. Wacht ongeveer 15 minuten voordat met het laden van
een andere batterij begonnen wordt.
Laad de accu niet meer dan 2 uur op.
3. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van de
batterijterecht komt.
4. Demonteer de oplaadbare batterij of acculader niet.
5. Voorkom kortsluiting van de oplaadbare batterij.
Kortsluiting kan resulteren in oververhitting. Dit kan
schade of brandgevaar opleveren.
6. Gooi de batterij niet in het vuur. Een brandende batterij
kan ontploff en.
OPMERKINGEN BIJ GEBRUIK LITHIUM-ION
BATTERIJ
De
lithium-ion
batterij
beschermingsfunctie die volledige ontlading van de batterij
voorkomt waardoor de levensduur wordt verlengd.
In geval 1 tot 3 hieronder kan de motor tijdens het gebruik
van het product tot stilstand komen, zelfs wanneer u de
schakelaar ingedrukt houdt. Dit geeft geen probleem
met het product aan maar wordt veroorzaakt door de
beschermingsfunctie.
1. De motor komt tot stilstand wanneer de batterij leeg is.
De batterij moet in dit geval onmiddellijk opgeladen
worden.
Nederlands
is
voorzien
van
een
71