18
W zigingen in het kader van de
technische vooruitgang voorbehou-
den.
1 Veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanw
zing vóór inbedr fname
zorgvuldig door! Houdt u
zich aan de instructies en
bewaar de gebruiksaanw
zing binnen handbereik!
Veiligheidsinstructies
gemarkeerd met een
punt F en moeten steeds in acht
worden genomen.
F De acculader moet horizon-
taal op een stabiele onder-
grond worden geplaatst.
F De acculader tegen water en
vocht beschermen.
F Dek de acculader niet af!
De acculader zo plaatsen dat
er rondom tenminste 15 cm
ruimte vr is voor ventilatie.
F Accu's alleen in goed geventi-
leerde ruimten opladen!
F Vuur, open licht en vonken
voorkomen!
B het laden van de accu ont-
staan explosieve gassen.
F B b tende gasstank:
acuut
ontploffingsgevaar!
Apparaat niet uitschakelen!
Vuur, open licht en vonken
voorkomen!
Accuklemmen niet
deren!
Ruimte
onmiddell k
ventileren!
Na het ventileren:
Apparaat uitschakelen!
Accu door een servicedienst
voor Bosch-produkten laten
controleren.
F het oplaadapparaat is uitslui-
tend geschikt voor het opla-
den van correct werkende
loodaccu's met een nominale
capaciteit van 36 Ah tot maxi-
maal 210 (100) Ah en een
Nederlands
nominale spanning van 12
(24) V!
F Er
mogen
accu's parallel worden ge-
schakeld om deze op te laden.
F Onderhoudsvr e accu's niet
samen met standaardaccu's
laden!
F Onderhoudsvrije accu's uits-
luitend opladen wanneer met
een accutest (bijv. met Bosch
accutester) of door een start-
poging
z n
motor niet meer verder) is
aangetoond dat de accu moet
worden opgeladen.
F Het opladen van onderhouds-
vrije accu's mag uitsluitend
met een geschikt controle-
middel (bijv. spanningsme-
ting) worden uitgevoerd.
F De maximale oplaadtijd voor
onderhoudsvrije
bedraagt 6 uur voor capacitei-
ten tot 100 Ah en 12 uur voor
capaciteiten boven 100 Ah.
F Er mogen geen niet oplaad-
bare accu's worden opgela-
den!
F Indien
installatie beschadigd kan
raken, dient de accu van het
boordnet te worden losge-
maakt!
F Nominale accuspanning en
ingestelde
moeten overeenstemmen!
F De netvoedingskabel en de
accukabels
gebreken vertonen!
verw
F De acculader mag alleen op
stroomnetten worden aan-
goed
gesloten, waarvan de span-
ning overeenstemt met de op
het
typeplaatje
spanning.
F Om de bescherming tegen
stroomschokken te garande-
ren, mag het apparaat alleen
op een geaard stopcontact
worden aangesloten.
F Bij gebruik als starthulp en bij
het opladen van accu's van
voertuigen moeten de voor-
schriften van de fabrikanten
alleen
geteste
(startmotor
draait
accu's
de
elektronische
oplaadspanning
mogen
geen
vermelde
van voertuigen in acht wor-
den genomen!
F Voor het oplaadapparaat met
het stroomnet wordt verbon-
den, de hoofdschakelaar (4)
uitschakelen en de keuze-
schakelaar (2) instellen op
Uit
0
F Beschermbril dragen!
F Zuurspatten op de huid of kle-
ding onmiddell k met veel
water afspoelen! Eventueel
een arts consulteren!
F De doppen van de accucellen
b standaard accu's voor het
laden van de accu afschroe-
ven!
F Verw der de accuklemmen
nooit t dens het laden!
F Accuklemmen nooit kortslui-
ten!
F Het opladen moet worden
beëindigd zodra de laad-
stroom constant blijft of gas-
vorming in de accu ontstaat.
F De accu mag slechts gedu-
rende max. 1 minuut als start-
hulp worden gebruikt!
Daarna dient een afkoelings-
pauze van ca. 25 minuten te
worden aangehouden!
2 Beschr ving
Met het snelstartoplaadapparaat
met groot vermogen W 200 S kun-
nen onderhoudsvrije accu's, nor-
male accu's en geheel ontladen
accu's worden opgeladen.
Het apparaat is geschikt voor snel
opladen en voor gebruik als start-
hulp.
De laadstroom is in 4 trappen instel-
baar.
Het laadapparaat is d.m.v. een auto-
matische zekering tegen foutieve
polarisatie, klemkortsluiting en over-
belasting beveiligd.
Bij
voortdurende
overbelasting
schakelt de thermische schakelaar
in de transformator het apparaat uit.
Na een afkoelingstijd van 15 tot 30
minuten schakelt de thermische
schakelaar automatisch weer in.