NL
GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJ-
ZING VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG EN
HELEMAAL DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GE-
BRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LA-
TERE RAADPLEGING. HOUD U ZORGVULDIG
AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE VEILIGHEID
VAN HET KIND NIET OP HET SPEL TE ZETTEN.
LET OP! VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVEN-
TUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VER-
PAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF
HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN. GOOI ZE WEG IN OVEREEN-
STEMMING MET DE GELDENDE WETTEN VOOR
GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.
ZEER BELANGRIJK! METEEN LEZEN
• Volg de instructies voor de montage en de
installatie van het product nauwgezet. Laat
niemand het artikel gebruiken zonder eerst
de instructies te hebben gelezen.
• Bewaar deze handleiding voor eventuele la-
tere raadpleging.
• LET OP! Volgens de statistieken over onge-
lukken is de achterbank van het voertuig
veiliger dan de voorzittingen: daarom wordt
aangeraden het autostoeltje op de achter-
bank te installeren. De veiligste zitting is de
middelste achterzitting, als deze is uitgerust
met een driepuntsgordel: in dit geval wordt
aangeraden het autostoeltje op de middelste
achterzitting te plaatsen.
• LET OP! ERNSTIG GEVAAR! Gebruik dit au-
tostoeltje nooit op een voorzitting uitgerust
met een frontale airbag. Het stoeltje kan al-
leen op een voorzitting worden geïnstalleerd,
als de frontale airbag is uitgeschakeld: contro-
leer bij de autofabrikant of in de gebruiksaan-
wijzing van de auto of de airbag kan worden
uitgeschakeld.
• Als het autostoeltje op de voorzitting wordt
geplaatst (alleen als er geen frontale airbag
is, of deze is uitgeschakeld), wordt voor een
grotere veiligheid aangeraden de zitting zover
mogelijk naar achteren te zetten, voor zover
de aanwezigheid van andere passagiers op de
achterbank dit toelaat.
• Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die
zijdelings staan of tegen de rijrichting in.
• Plaats dit autostoeltje alleen op zittingen die
correct aan de structuur van de auto zijn be-
vestigd en die in de rijrichting staan. Kijk goed
uit dat inklapbare of draaiende autozittingen
stevig vastzitten, omdat deze bij een ongeluk
een gevaar kunnen inhouden.
• Let erop hoe het autostoeltje in de auto
wordt geïnstalleerd om te voorkomen dat
een mobiele zitting of het portier stoort.
• Bevestig het autostoeltje nooit op een au-
tozitting uitgerust met enkel een buikgordel
(tweepuntsgordel).
• Geen enkel autostoeltje kan de totale veilig-
heid van het kind in geval van een ongeluk
garanderen, maar het gebruik van dit artikel
vermindert het gevaar voor ernstig letsel of
de dood.
• Het gevaar voor ernstig letsel van het kind,
en niet alleen bij een ongeluk, maar ook in
andere omstandigheden (bijv. bij hard rem-
men, enz.) wordt groter, als de aanwijzingen
die in deze handleiding worden beschreven
niet nauwgezet in acht worden genomen:
controleer altijd dat het autostoeltje correct
aan de zitting is bevestigd.
• Indien het autostoeltje beschadigd, vervormd
of ernstig versleten mocht zijn, moet het
worden vervangen. Het kan de oorspronke-
lijke veiligheidskenmerken hebben verloren.
• Verricht geen wijzigingen aan het artikel en
voeg er niets aan toe zonder toestemming
van de fabrikant.
• Breng geen niet door de fabrikant geleverde
accessoires, reserveonderdelen of onderdelen
aan.
• Laat het kind nooit en om geen enkele reden
zonder toezicht in het autostoeltje achter.
• Om te voorkomen dat het kind valt, maakt u
het, ook als u het met de hand vervoert, in het
autostoeltje vast.
• Tijdens het gebruik buiten de auto is het ge-
vaarlijk het autostoeltje op een verhoging te
zetten.
• Laat het autostoeltje nooit onbevestigd op de
autozitting. Het kan tegen andere passagiers
36