Verbrandingsmotor Starten; Verbrandingsmotor Uitschakelen; Wielaandrijving In- En Uitschakelen; Achterwaartse Wielaandrijving In- En Uitschakelen - Stihl MH 700 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para MH 700:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 217
● Klem de remsteun (1) met de
bouten (2) vast.

12.6 Verbrandingsmotor starten

Gevaar op letsel!
Sta bij het starten van het apparaat
niet direct voor de uitlaat.
● Zet de aan/uit-schakelaar in stand
1.(
8.1)
● Pak de greep van de startkabel (1) met
één hand stevig vast en houd deze
vast.
160
● Trek de startkabel (1) langzaam tot aan
de compressieweerstand uit. Trek
vervolgens krachtig, snel en in één ruk
tot armlengte verder. Leid de
startkabel (1) weer langzaam terug,
opdat deze weer correct wordt
opgerold.
Herhaal het starten totdat de
verbrandingsmotor loopt.

12.7 Verbrandingsmotor uitschakelen

● Zet om de verbrandingsmotor uit te
schakelen de aan/uit-schakelaar in de
stand 0. (
8.1)
De verbrandingsmotor komt na een
korte uitlooptijd tot stilstand.
12.8 Wielaandrijving in- en
uitschakelen
De motorhak heeft twee voorwaartse en
één achterwaartse aandrijving.
Wielaandrijving inschakelen:
● Transporteer de motorhak met
uitgeschakelde verbrandingsmotor
naar de te bewerken werkplek. (
● Start de verbrandingsmotor. (
● Houd de motorhak met beide handen
aan de handgrepen vast.
● Bedien de wielaandrijvingshendel en
houd deze vast. (
8.4)
De aandrijfas met gemonteerd
werkgereedschap begint zodanig te
draaien dat de motorhak zich vooruit in
beweging zet.
Wielaandrijving uitschakelen:
● Laat de wielaandrijvingshendel los.
(
8.4)
De aandrijfas met gemonteerd
werkgereedschap stopt.
12.9 Achterwaartse wielaandrijving in-
en uitschakelen
De motorhak heeft twee voorwaartse en
één achterwaartse aandrijving.
De achterwaartse aandrijving is bij de
bodembewerking uitsluitend bedoeld om
de motorhak, na het vastlopen ervan,
gemakkelijker te kunnen losrijden. De
achteruitversnelling is niet bedoeld voor
het hakken.
Gevaar op letsel!
Zorg er vóór het inschakelen van
de achteruitversnelling altijd voor
dat er voldoende afstand tussen het
lichaam van de gebruiker en de
duwstang is.
Achterwaartse wielaandrijving
inschakelen:
● Bedien de omschakelhendel
14.1)
achterwaartse wielaandrijving en houd
12.6)
deze vast. (
● Houd de motorhak met beide handen
aan de handgrepen vast.
● Bedien de wielaandrijvingshendel en
houd deze vast. (
De aandrijfas met gemonteerd
werkgereedschap begint zodanig te
draaien dat de motorhak zich achteruit
in beweging zet.
8.5)
8.4)
0478 404 9603 A - NL

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido