NEDERLANDS
Als de stroomschakelaar op het bedieningskastje op 'AAN'
wordt gezet, wordt het automatische, ononderbroken
ijsproductieproces op gang gebracht. Als de ijsopslagbak vol
ijs zit, wordt het ijsproductieproces uitgeschakeld door de
controleschakelaar aan de bovenkant van de bak. Als het ijs
uit de opslagbak wordt verwijderd, wordt het
ijsproductieproces door de controleschakelaar automatisch
weer op gang gebracht.
Als de afgifteschakelaar op 'PORTION' wordt gezet, kan de
gebruiker zelf instellen hoeveel ijs er wordt afgegeven als de
drukknop wordt ingedrukt (zie '8. BEDIENING EN
REGELING'). Als de schakelaar op 'ONONDERBROKEN'
wordt gezet, wordt er ononderbroken ijs afgegeven als de
drukknop wordt ingedrukt.
De opslagbak is voorzien van een roermechanisme om het
ijs egaal te houden en te voorkomen dat er ijsblokken
worden gevormd.
7. OPSTARTPROCEDURE
1) Verwijder de 4 duimschroeven waarmee het deksel aan
de voorkant van de opslagbak vastzit. Maak de
opslagbak grondig schoon.
2) Controleer of de arm van de controleschakelaar in de
opslagbak onbelemmerd draait.
3) Breng het deksel weer aan en zet hem vast.
4) Zet de stroomschakelaar op het bedieningskastje op
'AAN'.
5) Breng de boven-, zij- en voorpanelen weer aan.
6) Draai de watertoevoerklep open.
7) Zet de stroom aan.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de ijsproductieschakelaar, links
onder op het middelste voorpaneel, op 'AAN' staat.
Zorg ervoor dat de afvoerklep rechts onder op het
middelste voorpaneel dicht zit.
8) Controleer of er als volgt water in de watertoevoer- en
diepvriesinrichtingen stroomt:
•
Water stroomt via de waterkraan in het reservoir.
•
Water stroomt via de slang de onderkant van de
diepvriezer binnen.
•
De vlotterschakelaar sluit de waterkraan.
9) Controleer de aansluitingen van de watertoevoer en –
afvoer op lekkage.
10)Nadat de waterklep is gesloten, start eerst de
tandwielmotor, dan de compressor en begint uiteindelijk
het automatische continu-ijsproductieproces.
11)Binnen een paar minuten wordt er cubulet-ijs in de
opslagbak geperst.
12)Controleer na 30 minuten draaien op abnormale geluiden
in de compressor, ventilatiemotor of tandwielmotor.
36
Afb. 5
91A2FB10A9907