6.1 - Filter reinigen
• Dit moet worden uitgevoerd door bevoegd
onderhoudspersoneel.
• Het filter moet regelmatig worden gereinigd en ook bij
storing door te laag debiet.
• Selecteer de UIT-modus op de gebruikersinterface
• Schakel de hoofdschakelaar uit.
• Sluit de kleppen aan de onderkant van de hydronische
module.
• Open het filter en reinig het.
• Sluit het filter goed om te voorkomen dat er water lekt.
• Open de kleppen aan de onderkant van de hydronische
module.
• Voeg zo nodig wat water toe.
• Schakel de hoofdschakelaar aan.
• Selecteer de gewenste modus op de
gebruikersinterface.
Fout-
Item
code
Temperatuurs- /
2
vochtigheidssensor van
gebruikersinterface in zone 1
3
TWB
4
TC
5
SWWtemperatuursensor
Communicatie met
gebruikersinterface
6
(verbonden met
klemmenblokken W-CG-Y)
Communicatie
met bijkomende
gebruikersinterface
7
(verbonden met
klemmenblokken Rc-Rh-
G2-Y2) in zone 1
8
Stromingsschakelaar
9
Stromingsschakelaar
10 EEProm
Communicatie Master
11
- Slave
Communicatie
met bijkomende
gebruikersinterface
12
(verbonden met
klemmenblokken Rc-Rh-
G2-Y2) in zone 2
Pour les unités triphasées, veiller à fixer le porte-
filtre et le serre-câble au câble d'alimentation
de puissance afin d'assurer la conformité aux
réglementations de sécurité et EMC. (Voir fig. 12)
Storing wanneer
Hydronic module fault codes
Kamertemperatuur / -vochtigheidsgraad niet
Waarde buiten bereik
beschikbaar.
+ code 105.0=1 of 4
Aanverwante functies niet beschikbaar
Waarde buiten bereik
Reserveverwarmers UIT
Buitenunit stopt. SWW-klep UIT indien
Waarde buiten bereik
code 127=1
Waarde buiten bereik
Extra verwarmer UIT
+ Code 133 = 1 of 2
Desinfectiefunctie niet uitgevoerd
Geen communicatie tussen unit en interface.
Kamertemperatuur en vochtigheid zijn niet
beschikbaar indien code 105.0 = 1 of 4 of
Communicatie verbroken
= 1 of
Unit werkt met de waarden die zijn opgeslagen
in het geheugen
Geen communicatie tussen unit en interface.
Communicatie verbroken
+
Kamertemperatuur en vochtigheid zijn niet
Code 105.0=1
beschikbaar in zone 1 Unit werkt met de
waarden die zijn opgeslagen in het geheugen.
Waterpomp is UIT.
Buitenunit, reserveverwarmers, SWWklep,
Stromingsschakelaar detecteert
waterpomp: UIT
stroming
Waterpomp is AAN.
Buitenunit, reserveverwarmers, SWWklep,
Stromingsschakelaar detecteert
waterpomp: UIT
geen stroming.
EEProm is corrupt
Hele systeem valt uit
Communicatie verbroken +
Hele systeem valt uit
Code 100 = 2
Geen communicatie tussen unit en interface.
Kamertemperatuur en vochtigheid zijn niet
Communicatie verbroken +
beschikbaar in zone 2
code 105.1=1
Unit werkt met de waarden die zijn opgeslagen
in het geheugen
6.2 - Water toevoegen aan het circuit
Dit kan door de gebruiker worden gedaan.
Open om veiligheidsredenen niet de binnen- of buitenunit.
De gecorrigeerde bedrijfsdruk bedraagt 1 bar; als de druk
lager dan 1 bar is, moet er water aan de kring worden
toegevoegd.
IMPORTANT (Unités monophasées)
Zie Fig. 2 en 3
• open de vulklep.
Le conducteur de terre du câble de
• sluit de vulklep zodra de waterdruk 1 bar bedraagt
connexion unité intérieure-unité extérieure
doit être serti à un cosse à œillet en cuivre
(aflezen op de manometer).
recuit étamé avec orifice M4 pour vis.
6.3 - Diagnose
In geval van een systeemstoring, zal het alarmpictogram
(
) oplichten op de gebruikersinterface.
ATTENTION
Storingen worden aangegeven met een foutcode.
De actieve foutcodes worden één na één weergegeven,
gedurende telkens 1 seconde.
Gevolgen
105.1
4.
Diagnose en oplossingen
Controleer bedrading en elektrische aansluitingen
gebruikersinterface
Controleer sensor, bedrading en elektrische
aansluitingen.
Controleer sensor, bedrading en elektrische
aansluitingen.
Controleer sensor, bedrading en elektrische
aansluitingen.
Controleer bedrading en aansluitingen.
Controleer bedrading en aansluitingen.
Controleer instelling van code 107.1
Controleer stromingsschakelaar.
Controleer instelling van code 107.0
Controleer stromingsschakelaar, bedrading en
elektrische aansluitingen.
Controleer thermische beveiliging vloerverwarming
indien aangesloten Indien een reset nodig is, drukt
u op de rode knop en controleert u de instellingen
van de klimaatcurve (codes 112 tot 118).
Controleer de instellingen van codes 100, 103,
105, 106, 107.
Contacteer de servicedienst als de instellingen
correct zijn.
Controleer bekabeling en aansluitingen
Controleer bedrading en elektrische aansluitingen
gebruikersinterface.
121