Montage; Wettelijke Bepalingen Voor De Montage Van Knipperlichten - Louis 10035536 Instrucciones De Uso

goed zijn gemonteerd en correct werken.
• Controleer uiterlijk om de 200 km of de
knipperlichten nog goed zitten en nog stevig zijn
bevestigd.
• De voertuigverlichting moet bij eventueel
gewijzigde afmetingen en bij gebruik van
accessoires of bagage op het voertuig nog
steeds onbeperkt zichtbaar zijn.
• Het knipperlicht zelf wordt warm tijdens het
gebruik. Contact met de huid moet daarom
worden vermeden.
AANWIJZING!
Gevaar voor kortsluiting!
• Koppel vóór werkzaamheden aan de
voertuigelektra altijd eerst de voertuigaccu los,
anders ontstaat er gevaar voor kortsluiting!
• De installatie van elektra en de mechanische
montage op het voertuig moeten vakkundig
worden uitgevoerd. Een verkeerde montage kan
leiden tot kortsluiting of tot beëindiging van de
typegoedkeuring voor uw motor.
AANWIJZING!
Gevaar voor beschadiging!
• De aansluitkabels moeten beschermd worden
aangebracht, zodat ze niet kunnen schuren of
knikken. Eventueel moet een extra kabelmantel
of een rubberen kabeldoorvoer worden gebruikt.
44
• Eventueel ingebouwde weerstanden worden
tijdens het gebruik warm en mogen dus niet in
de directe nabijheid van temperatuurgevoelige
onderdelen of in afgesloten dozen worden
gemonteerd. Tijdens het gebruik kunnen de
knipperlichten afhankelijk van de gebruiksduur
temperaturen van meer dan +80 °C bereiken.
Er mogen uitsluitend weerstanden met
koelelementen worden toegepast.
• Aanbrengen van het knipperlicht vóór de opening
van de uitlaat of in de hete stroom van het
uitlaatgas is verboden.
• Monteer het knipperlicht zodanig dat het tegen
trillingen wordt beschermd – vibraties kunnen
de printplaat van de led's in extreme gevallen
vernietigen.

4 | Montage

4.1 | Wettelijke bepalingen voor de montage van knipperlichten

met geïntegreerd rem- en achterlicht:
knipperlichten met geïntegreerd rem- en achterlicht zijn alleen
toegestaan voor motoren die zijn goedgekeurd volgens de Europese
wet (bijna alle voertuigen met een eerste toelating vanaf ca. 1998).
De volgende afmetingen gelden:
• afstand tussen de achterste knipperlichten minstens 180 mm
(binnenkant knipperlichtglas tot binnenkant knipperlichtglas)
• hoogte vanaf het wegdek 350 mm (onderrand) tot 1200 mm
(bovenrand)
45